donderdag 5 april 2012

Lange saaie polderwegen / Noord Hollandse dijken / duinpaden: here I come!

En dan nadert de teller plots de grens van ‘nog 60 dagen te gaan’. Een uiterst gepast moment om lichte paniek te gaan tonen. Immers: 60 dagen, dat zijn nog een kleine negen weken. Van deze tijd werk je minimaal een derde, net als dat je één-derde verslaapt. Blijft dus een week of 3 staan. Haal hier alle tijd die je spendeert aan familie / eten / drinken / in het kleinste kamertje zitten / voetbal kijken / boekje lezen / koken / kat aaien / luieren van af, en je hebt nog een dag of 12 aan echte trainingsdagen. En wat gepruts in de marge – de loze uurtjes voor en na het werk zeg maar.  Dat is niet veel. Paniek? Ja, paniek! Terecht? Hangt af van de vraag hoe ik er voor sta. Eens denken, wat heb ik de afgelopen weken uitgespookt en hoe is dat bevallen?


Ik heb de laatste drieënhalve week een keurige 3 uur en 20 minuten D2 training achter mijn kiezen. Het buitendeel hiervan heb ik uiteraard tegen de wind in doorgebracht. (Niet vrijwillig overigens, maar wind heb je nu eenmaal gewoon tegen). Ik heb daarnaast ongeveer 7 uur D1 training achter de rug. Ook heb ik zo’n 45 minuutjes weerstandstraining gedaan, heb ik 3 intervaltrainingen bij kunnen schrijven en heb ik één ‘klimtraining’ buiten gedaan. Tijdens m’n laatste intervaltraining trapte ik 8 keer 750 watt (iets wat het huilen nader bracht dan het lachen) en heeft m’n hart in 25 minuten minimaal 17 miljoen keer geslagen. Tijdens m’n klimtraining (het Kopje van Bloemendaal is ook na 12 keer over en weer kruisen nog leuk) reed ik vervolgens werkelijk iedereen voorbij, dus het heeft wat dat betreft geloond.


Maar waar leidt dat nu toe? Nou, in ieder geval tot een aardige krachtsopbouw. Nog niet voldoende, maar het begint te komen. Waar leidt het nog meer toe? Tot nog maar 1,6 kilogram van m’n streefgewicht zitten. En wat nog meer? Alsof het niet genoeg is! Maar goed, vermoeide benen natuurlijk...


Waar schort het dan aan? Nou, ehh… Kilometers. Lang en ver rijden. Uren verveeld door polderlandschappen rijden terwijl de wind de lenzen uit je ogen blaast. Eindeloos met je gedachten alleen zijn, waarbij je al na 20 minuten merkt dat je gedachten minder talrijk zijn dan je wellicht zou denken. Verveeld voor je uit starend door de groene graslanden trappen. ‘Blik op oneindig, gedachten op nul’, dat soort werk! Oftewel: de lange en verre ritten. Nou, dan zit er maar één ding op: er moet lang en ver buiten gereden worden. April doet wat ‘ie wil, en ik doe wat er moet gebeuren. Lange saaie polderwegen / Noord Hollandse dijken / duinpaden: here I come!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten