Omdat het vandaag officieel weekend is, betekent dat voor mij maar één ding: tijd om vergezeld door m’n fiets naar buiten te gaan. Vanochtend vroeg snel alles gedaan wat ik moest doen: m’n nieuwe kostuum opgehaald, langs de stomerij geweest, naar de opticien geweest voor lenzencontrole (waar overigens bar weinig van terecht komt als je vergeet je lenzen in te doen) en boodschappen gedaan in een voor het weekend relatief rustige supermarkt. Toen snel naar huis, om me met m’n fietskleding in de hand te bedenken dat ik misschien toch eerst even langs de fietsspeciaalzaak (lees: snoepwinkel) wil. Ik heb het gisteren met m’n collega Chris uitgebreid gehad over mijn twijfel om mezelf een nieuwe fiets cadeau te doen, en hij kwam met de suggestie om hierbij ook eens te kijken naar de huidige serie die Cannondale in de markt heeft staan. Een stem in m’n achterhoofd zegt me niet te gaan kijken, deels wetend waar dit soort ‘oriënterende bezoeken’ doorgaans op uitdraait, maar gelukkig is m’n verstand in deze ondergeschikt aan de geneugten des levens. En zo sta ik amper 5 minuten later verlekkerd om me heen te kijken naar de verschillende fantastische fietsen waartussen ik me bevind. Vijf kwartier, 2 offertes, heel veel informatie, 2 koppen koffie en een ingeplande proefrit later sta ik weer buiten, met nog meer zin om zelf te gaan rijden. Snel schiet ik thuis in m’n fietskleding, en enige minuten later draai ik bij Bloemendaal de Zeeweg op.
Ik ben voornemens vandaag een korte intensieve training te doen, en heb een rondje Bloemendaal – IJmuiden – Santpoort – Overveen in gedachten. Er staat geen wind en het zonnetje schijnt, dus de klimatologische omstandigheden zijn perfect. Wel zijn er belachelijk veel zwabberende senioren en gezinnen met kinderen op het fietspad. Daarbij is een aantal automobilisten vergeten hoe het ook al weer zit met verkeer van rechts en voorrangsregels, en lijken alle ouders van net zelfstandig lopende peuters hen te hebben geleerd om vlak voor er fietsers langskomen het fietspad op te stappen. Dat ik zonder kleerscheuren de kust bereik mag een wonder heten, en ik draai snel de duinen in. Hier zet ik eens lekker extra bij, en ik rij continu op m’n omslagpunt. In de verschillende korte klimmetjes ga ik staan, om niet onder de dertig in het uur te geraken. Het gaat redelijk goed, maar ik merk wel dat m’n conditie nog niet eens in de buurt is van wat het moet zijn. Desalniettemin geniet ik van het tegen m’n grens van dit moment aan zitten duwen. Al snel ben ik in IJmuiden, waar ik richting het zuidoosten draai om via Santpoort en Bloemendaal koers te zetten naar huis. Bij de hockeyvelden is het opletten geblazen van jewelste, omdat hier (ik probeer vooroordelen te vermijden) verschillende lieden in de veel te grote auto van de partner lijken te rijden en hierdoor geen flauw idee meer hebben waar ze mee bezig zijn. Ook hier kom ik zonder brokken doorheen, en al snel draai ik weer richting huis. Als ik m’n straat indraai voel ik plots dat er iemand aan m’n been hangt, en zich hierbij stevig aan m’n kuitspier vasthoudt. Verschrikt probeer ik hem of haar eraf te slaan, maar het knijpende gevoel gaat niet weg. Ik kijk naar beneden wat er aan de hand is, maar zie niets. De knijpende pijn blijft echter. Dat betekent maar één ding: ik heb kramp. En nog wel een beste ook. Ik probeer niet te schreeuwen, en druk met alle kracht die ik heb m’n hiel naar beneden. Langzaam neemt het knijpende gevoel af, en ik ben blij als ik voor m’n deur sta en m’n benen even maximaal kan strekken. Ik voel m’n benen behoorlijk dankzij dit (zoals Maarten Ducrot het ooit zo mooi verwoordde) ”uurtje met m'n arm door de muur proberen te drukken”. Ik zet m’n fietscomputer stil en bekijk m’n gegevens. Ik zie dat mijn gemiddelde hartslag over deze rit exact op m’n omslagpunt heeft gelegen, en ik er bijna nergens ver onder of boven ben geraakt. Daar ben ik niet ontevreden over, zeker niet omdat ik doorgaans zo aan het begin van het seizoen niet lang zo vlak op zo’n hoge hartslag kan rijden. Straks, op die 6e juni, moet ik dit 5 keer gedurende een vergelijkbare tijdsperiode weten te doen. Ik vermoed dat daarvoor nog wat trainingsuurtjes nodig gaan zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten