dinsdag 10 januari 2012
Kortstondig getrappel en de eerste meters klimmen
Gisteren pakte mijn eerste training in aanloop naar Alpe D’HuZes dankzij de enorme wind onverwachts uit als krachttraining. Vandaag wilde ik kijken hoe het met de conditie staat. Oftewel: hoog beenritme, een hartslag tegen het omslagpunt en me niets aantrekken van snelheid. Zodoende heb ik vanochtend snel de grenzen van m’n beoogd hartslagzone en m’n cadans ingesteld op m’n fietscomputer, en ben ik vol goede moed op de fiets geklommen om eens een mooi testrondje te draaien.
Via de Zeeweg zet ik koers richting Bloemendaal. Bij de tennisbaan wordt mijn plan echter bijna wreed verstoord. Het begint allemaal met het beeld van een echtpaar dat aan de overkant van de (provinciale) weg gezellig de weg op stapt: allebei een unisex joggingbroek aan, allebei een hoofdband om het voorhoofd en de oren, stokken in de hand en samen lekker nordic walkend door de duinen. Als er dan zo’n vervloekte weg ligt dan steek je niet bij de voetgangersoversteek over, maar doe je dit gewoon dwars door de zij- en middenberm. Je hoort niets, dus er iets niets, en zonder te kijken stap je ook het fietspad op. Daar rijd ik echter, en gelukkig kan ik nog net m’n bel laten rinkelen en weet ik tot een verschrikt ‘pas op’ te komen. Er wordt hevig geschrokken, maar het loopt gelukkig met een sisser af. Wel hoor ik nog even dat ik zo’n ‘asociale kolere-wielrenner ben’. Ik besluit het maar te laten voor wat het is, en hoop voor dit soort mensen dat zij niet alleen op hun gehoor vertrouwen als er een elektrische auto of ander geluidsarm voertuig aankomt, dit kan immers nogal vervelende gevolgen kunnen hebben. Beter zou nog zijn om een beetje de verkeersregels na te leven, en na een keurig ‘kijk links, kijk rechts, kijk links’ bij de voetgangersoversteek de weg te kruisen. Als dat ingewikkeld is ken ik nog wel een clown en een acrobaat die deze les in zingende vorm kunnen geven. Tot die tijd zal ik zelf maar erg op m’n hoede blijven en me neerleggen bij alle vooroordelen die er over fietsers zijn.
Met een cadans van 105 peddel ik door, en al snel draai ik de duinen in. Hier merk ik dat het toch nog wel aardig waait, maar ik weet tussen de 100 en 105 omwentelingen te blijven en m’n hartslag tegen m’n omslagpunt aan te houden. Wel beginnen m’n longen aardig te branden, maar dat wijt ik aan het vroege seizoensbegin. Via het prachtige duingebied steek ik door naar Bloemendaal, waar ik besluit toch nog even de benen te testen. Ik draai bij de hockeyvelden opnieuw westwaarts, en zet koers naar het Kopje van Bloemendaal.
Deze klimtest start niet heel best. Zodra de weg ook maar iets stijgt, sta ik direct helemaal geparkeerd. Ik zak naar de 65 omwentelingen, en hoor m’n hartslagmeter piepen dat ik over m’n omslagpunt heenschiet. Snel schakel ik terug en ga ik staan. Halverwege het eerste oplopende stuk weet ik een ritme te vinden, en rustig ploeter ik naar boven. Op het vlakke tussenstuk zie ik m’n hartslag snel terugzakken, wat bemoedigend is. Het tweede steile stuk besluit ik te gaan staan en nog eens vol aan te gaan, en dit gaat een stuk beter. Al snel ben ik boven, en ik duik direct de afdaling in. Met een kleine 60 kilometer in het uur dender ik naar beneden, waar ik snel draai om nog eens naar boven te gaan. Deze kant gaat, mede vanwege het asfaltwegdek, een stuk lekkerder, en ik weet onder m’n omslagpunt te blijven. Boven maak ik rechtsomkeert, duik ik nogmaals de afdaling in en schiet ik door naar huis. Hier kom ik er achter dat m’n gemiddelde cadans tegen de honderd aan zit – iets lager dan ik in gedachten had. Ik wijt dit aan m’n twee klimmetjes, en ben redelijk tevreden. Benieuwd hoe snel ik herstel, waarmee ik snel onder een warme douche begin.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten