Stel je eens een willekeurig jong gezin voor. Gelukkig, gezond en uitgelaten: kleine Lisa wordt vandaag immers vier. Om dit te vieren gaan ze met Lisa haar beste vriendjes en vriendinnetjes naar het dierenpark, en daarna naar het pannenkoekenhuis. Het is een groot feest, en ’s avonds valt Lisa moe en als het gelukkigste meisje op aarde in slaap. Mama en papa genieten na op de bank. De haard brandt gezellig, ze hebben toastjes met lekkere kazen en salades klaargemaakt en een goed glas wijn ingeschonken. Het leven in de perfecte vorm.
Stel je eens voor hoe zij nog geen zes weken later samen verbijsterd tegenover de dokter zitten. Haar mededeling heeft hen als een mokerslag geraakt. Het is foute boel in haar borst die de laatste tijd wat gevoelig is geweest. Er zal een operatie volgen, waarna via bestraling en chemotherapie de strijd met overgebleven foute cellen wordt aangegaan. Kleine Lisa haar verjaardag voelt als een ver verleden, en haar volgende als een onzekere toekomst.
Stel je eens voor hoe trots kleine Lisa is als ze na de operatie voor het eerst bij mama mag. Ze hebben met de hele klas een knutsel-, kleur-, en plakwerk gemaakt voor mama, en Lisa mag dit vandaag eindelijk geven. ‘Hebben we met z’n allen gemaakt mama, om je blij te maken zodat je snel weer beter bent’, zegt ze op de rand van het grote witte bed zittend.
Stel je eens voor, hoe ze ’s nachts doodziek en hondsmisselijk op de rand van het bed zit. Op schoot een emmer, omdat de chemo het onmogelijk maakt de toilet te bereiken. Een jammerend snikken doorbreekt de stilte van de nacht. ‘Schat, het gaat niet. Ik hou dit niet vol. We moeten ons op de verschillende mogelijkheden gaan voorbereiden. Sorry,’ snikt ze. Hij slaat een arm om haar heen. ‘We gaan het redden lieverd. Het mag niet, het kan niet. We kunnen niet zonder je. Er is altijd hoop,’ zegt hij, niet wetend of dit tegen beter weten in is. Ze wil haar neus ophalen, wat haar het gevoel geeft dat er een balk onder haar ribben wordt gestoken. Ze kreunt het uit, en moet opnieuw overgeven. Er komt niets dan bloed en zwarte vloeistof uit.
Stel je eens voor hoe Lisa samen met haar vader op kerstochtend de ontbijttafel staat te dekken. ‘Papa, waar is mama?’ vraagt ze. Hij slikt en kijkt haar gelaten aan. ‘Mama is ziek meisje, en blijft even in bed. We gaan na het ontbijt naar mama.’ Zo hebben ze het afgesproken, omdat de geuren van het ontbijt en de misselijkheid van de chemo elkaar niet verdragen. Hij wendt snel z’n ogen af, omdat hij niet wil dat zijn dochter zijn verdriet ziet. ‘Papa, ik vind het stom dat mama ziek is. We moeten toch met z’n drieën kerst vieren, anders is het toch niet echt?’ Hij probeert z’n tranen weg te slikken, en blijft ondertussen naar het aanrecht voor hem staren. Hij kan even niet antwoorden. Plots hoort hij haar zachte stem vanuit de deuropening van de keuken:’Ja liefje, dat moet ook. Anders is het niet echt.’ Hij draait zich om, en ziet zijn zieke, verzwakte vrouw in de deuropening staan. Ze heeft een wijde pyama aan, met daaroverheen haar badjas. Zo zie je bijna niet hoe zeer ze vermagerd is. Op haar wangen staan rode blosjes, en haar ogen zijn wat waterig. Haar blik is echter scherp, en vooral heel sterk. ‘Mamaaa!’ zegt Lisa, terwijl ze haar armen om haar moeder slaat en zich tegen haar heup drukt. Hij loopt naar haar toe, zoent haar zacht en slaat zijn armen om haar heen. Voordat hij in zacht snikken uitbarst hoort hij haar ‘Er is altijd hoop’, zeggen.
Stel je eens voor hoe Lisa sinds die ochtend alweer vier keer met haar vader én haar moeder kerst heeft gevierd, en er geen enkele reden is om aan te nemen dat ze dit niet nog talloze keren zal doen. Ze heeft, geholpen door moderne medicatie en voortschrijdende wetenschappelijke technieken, de slag met de verkeerde cellen gewonnen, en zal haar dochter zien opgroeien.
Stel je eens voor dat kanker in de toekomst geen reden meer is dat meisjes als Lisa zonder vader of moeder opgroeien, en geen reden meer dat ouders hun kinderen niet kunnen zien opgroeien. Daarvoor is meer onderzoek en geld nodig, waar we met z’n allen voor kunnen zorgen. Ik roep daarom iedereen op om AD6 te steunen, zodat deze wens werkelijkheid wordt.
‘You may say I’m a dreamer, but I’m not the only one’ - Imagine, John Lennon
Geen opmerkingen:
Een reactie posten