Als ik rechts van me kijk raak ik overtuigd: wonderen bestaan! Ik rij met een fikse snelheid over de ringdijk en kijk naar het water rechts van me: volstrekt bewegingloos en vlak als een spiegel. Ik kijk naar de vlaggen langs de kant van het water: doodstil naar beneden hangend. Het is een wonder: er staat geen wind! In Nederland! Het tweede wonder van de dag! Vanochtend was ik immers ook al op twee wielen gebleven, wat ik ook nog steeds niet begrijp.
Het was in de bocht waar ik vanaf de Oude Schipholweg de Europaweg opdraaide. Het was stil, want zondagochtend vroeg. Er was niemand op straat. Plots brak het zonnetje door, en zag ik een kolom van fel licht op het stuk wegdek voor me schijnen. En daar zag ik… ijsvorming als gevolg van de nachtvorst! Uiteraard was ik veel te laat met uitwijken, en remmen in bochten is doorgaans ook niet handig. Ik was halverwege toen ik allebei m’n wielen zijwaarts voelde gaan – iets wat je op de fiets niet wil. Ik bereidde me voor op een confrontatie met de lantaarnpaal links van me, echter: die bleef uit! M’n beide wielen kwamen tot stilstand tegen de rand van de verhoging waarop deze paal stond, en op dat moment schoott ik uit m’n linkerpedaal. Snel heb ik m’n voet op de grond weten te krijgen, en zo op één been en twee wielen te blijven. Eén mirakel!
Enigszins geschrokken maar vooral heel opgelucht ben ik mijn weg vervolgd, en dankzij het gebrek aan wind ben ik al snel om de helft van de Haarlemmermeer heen. Bij Burgerveen gebeurt er plots iets waar ik geen rekening mee heb gehouden. Ik merk het aan het gevoel dat ik in de stroop rij. Ook zakt m’n snelheid, iets dat over m’n hartslag niet te zeggen valt. Ik kijk naar het water rechts van me, en zie dat dit is gestopt met een spiegel zijn. Ook de vlaggen doen iets dat ik ze eerder vandaag niet heb zien doen, namelijk wapperen. En wel in mijn richting. Er lijkt hier wind op te steken. Tot zover de wonderen! Ik vloek en ik grom, en wil koste wat het kost niet zakken in m’n gemiddelde snelheid. Het gevolg is dat ik voor m’n gevoel tot aan Amstelveen met m’n vingers tussen de deur zit. Hierdoor weet ik wel aardig vaart te houden, en gelukkig draai ik snel richting het noordwesten, weg van die ellendige verplaatsende lucht.
Bij Zwanenburg begin ik de gevolgen van deze hoge snelheid zo vroeg in het seizoen te voelen. Voor m’n gevoel ben ik m’n rug al een paar kilometer terug verloren, en ik heb het gevoel dat m’n rechterbeen eenzelfde lot gaat kennen. Ik weet echter door te duwen, en na een eindeloos lijden (in ieder geval voor m’n gevoel) zie ik de brug naar Haarlem. Ik probeer hier nog één keer vol aan te gaan, wat me op een fraai parkeren halverwege komt te staan. Ik schakel van het grote mes af en peddel het tweede deel rustig naar boven. Ik knal langs de Slachthuisbuurt het centrum in en draai al snel m’n eigen straat in. Als ik in de gang sta uit te blazen doet alles me pijn, en weet ik zeker dat er vandaag weinig meer uit m’n handen gaat komen. Dat is zo’n heerlijke trainingsronde echter helemaal waard. Als ik later de gegevens op m’n fietscomputer zie, zie ik die gedachte bevestigd: ik heb m’n ronde om de Haarlemmermeer afgelegd in een tijd waar ik normaal midden in het seizoen uiterst tevreden mee ben. Een geslaagde ochtend!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten