donderdag 26 april 2012

Nog 6 weken te gaan


Doordeweeks werk ik bij de RAI en houd ik mij nu vooral bezig met de realisatie van een registratiesysteem voor in de parkeergarage, maar in mijn vrije tijd ga ik los op de fiets. Ik ben namelijk aan het trainen voor de Alpe d’HuZes. Het is de bedoeling dat ik op 6 juni 3x de Alpe d’Huez op ga rijden voor het goede doel: het Alpe d’HuZesonderzoeksfonds bij KWF Kankerbestrijding.
Maar ja, hoe ga je daarvoor trainen in Nederland? Gelukkig doet mijn vriend ook mee aan de Alpe d’HuZes, dus ik heb al een trainingsmaatje. Dat is alvast iets! 
Mijn racefiets en ik zijn al een paar jaar vriendjes, dus het voelde meteen al vertrouwd. Om eerlijk te zijn ben ik een mooi weer fietser, lees lekkere temperatuur en droog, dus daar moest wel verandering in komen. Wat begon bij -1 graden over het Kopje van Bloemendaal, met in maart een klein hoogtepuntje qua temperatuur, ging via een hoogtestage in de Ardennen, 135km in de benen van de Toerklassieker Veenendaal – Veenendaal naar 95km van de route die wordt gereden tijdens de Classico Boretti. In het vooruitzicht heb ik nog de 110km van de Classico Giro Utrecht en nog een weekend heuvel op en af in de Ardennen. Kilometers genoeg dus in de benen. Maar hoe weet je nu of je echt klaar bent voor 14km lange klim met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,1%? Ik ben bang dat ik daar pas op 6 juni achter ga komen. 
En dan nog de tweede uitdaging: hoe zorg je ervoor dat je zoveel mogelijk sponsorgeld ophaalt. Gelukkig is de RAI een redelijk groot bedrijf met veel collega’s die hun hart precies op de juiste plaats hebben zitten. Na de eerste mail die rond is gestuurd aan iedereen kwamen dan ook direct leuke reacties en ook al wat sponsorgeld binnen. Veel mensen zeggen dat ze willen sponsoren, maar doen het daarna niet. Zonder gene stap ik dan maar weer op hun af om te vragen of ze het niet zijn vergeten. Wie brutaal is, heeft de halve wereld, toch?
Op de steun van familie en vrienden kan ook gerekend worden, dus we komen sowieso niet met lege handen aan in Frankrijk.
Toch moet er ook een andere manier zijn om aan sponsorgeld te komen, dachten mijn vriend en ik. Met Koninginnedag in het vooruitzicht is het natuurlijk niet zo moeilijk om op een goed idee te komen. De bedoeling is om ruim 500 cupcakes te gaan bakken en deze natuurlijk ook allemaal te verkopen op de vrijmarkt.
Het duurt nog maar een kleine zes weken totdat het startsignaal klinkt, dat worden drukke weken waarin de Alpe d’HuZes centraal zal staan. Ik heb er zin in! 

dinsdag 24 april 2012

Afsluitdijk

Na wat lessen van eerder tripje richting het hoge Noorden maar weer eens een verjaardag als uitgangspunt genomen voor het maken van een wat langere trainingsronde. Oftewel: met de auto naar Friesland, op de fiets terug.
Na de bescheiden hongerklop afgelopen jaar me in ieder geval qua voeding beter voorbereid: na een tip van Quirijn bleek dat De Tuinen in Haarlem naast hele ingewikkelde thee ook gewoon sportrepen te verkopen.

Met de zakken van het (nieuwe, waarvoor dan AGU!) fietsshirt vol met repen op zondag 15 april dus gestart in Sneek. En was 2011 de windrichting 100% tegen, had ik nu een forse meevaller: zeer stevige wind vanuit het noorden! De Afsluitdijk wordt zo in ene een sympathieke fietsroute die ik iedereen aan kan bevelen ;-).
Plan was deze keer om vanaf de Afsluitdijk zo snel mogelijk naar de Noordzeekust te koersen en daar de lange-afstandsroute LF1 te volgen. En die kan ik iedereen aanbevelen: uitstekende bewegwijzering met als hoogtepunt in mijn route de Hondsbossche Zeewering bij Petten: met op letterlijk een tiental meters afstand de kolkende Noordzee met ruim 40 in het uur over het asfalt stuiven, heerlijk!





Maar niet te lang bij stilstaan, nog een paar kilometer kust voor de boeg. En ondanks de gunstige windrichting gaan de kilometers toch wel tellen. De Hoogovens bij IJmuiden kondigen aan dat de finish in zicht is, al is het juiste de bekende omgeving die maakt dat de laatste kilometers dubbel gaan tellen. Half zeven plof ik voldaan op de bank, net 160km weggetikt. 

maandag 9 april 2012

Kasseien

31 maart was het zover: de cyclo-versie van de Ronde van Vlaanderen, de dag voordat de professionals de kasseien te lijf gaan. Ik was te gast bij het fietsclubje van mijn broer uit Leek. De mannen hadden al de omgeving verkend toen ik aanschoof na een rit van een kleine 3 uur. 
Uitvalsbasis was de Wambashoeve in Geraardsbergen. Voorheen hoogtepunt op de route, maar daarover straks meer. Absolute aanrader deze hoeve: opperhoofd Pascal is duidelijk met nieuwe gasten in zijn nopjes en overspoeld ons met trivia ('Hilaire van der Schueren woont om de hoek, wist u da?!') en schoonmama verzorgt een ontbijt waar we rest van de Ronde nog de vruchten van plukken.


Voorafgaand aan de route natuurlijk nog een zoektocht naar de juiste manier om de kasseien aan te vallen. Bij mij beperkte zich dat tot de aanschaf van iets bredere 25mm (standaard 23mm) Schwalbe Durano bandjes en deze op 6 (normaal minstens 8) bar te zetten. 
Maar dus met z'n allen in het huurbusje en op naar de start. Nog voor de start al 2 teammaatjes spoorloos die zich na enige omzwervingen weer aansloten. 
Maar dus gezamenlijk op naar de eerste kasseienstroken. De Molenberg in ons geval. En echt niets wat je daar op voor kan bereiden: hier zitten we al te foeteren als een paar boomwortels het asfalt plooien, op de kasseien lijkt het einde der tijden voor fiets en berijder aangebroken. Met de handen losjes op het stuur springt de fiets alle kanten op, je lijf krijgt er ongenadig van langs en schakelen of remmen is bijkans onmogelijk. Eén strook gedaan, 15 te gaan...
Klimmen gaat prima, wennen aan de kasseien is een groot woord maar we krijgen er enige handigheid in. De Koppenberg dient zich aan en voor het eerst stokt het verkeer. Het is ook zonder drukte al een aardige uitdaging, nu is het lopen vanaf de helft. 
De groep is inmiddels gesplitst door wat mechanisch onheil: een shifter weigert dienst en op de grote versnelling is voor krachtmens Cor ook iets te veel van het goede. Flanders Fietsen lijkt lijkt voor een luttele 200 euro uitkomst te bieden met een verse Ultegra-shifter, een kilometer of 40 later blijkt het een double-exemplaar te zijn terwijl we toch echt 3 voorbladen tellen. Terug bij af dus, en op de terugreis even een extra bezoekje aan de fietsboer.
Ik merk inmiddels dat de reserves wat teruglopen en kies er dus voor om m'n eigen tempo te gaan fietsen wat me prima bevalt. Het is koud en met de intensieve klimmetjes en bijbehorende afdalingen lastig warm te houden, maar ik tik de kilometers weer vrolijk af. De Oude Kwaremont dient zich aan met ruim 2 kilometer aan kasseien, geflankeerd aan een muur van VIP-tenten want de professionals passeren hier zelfs 3 maal als in een soort van arena. En dan als laatste de Paterberg: beetje profiel van de Keutenberg maar dan met kasseien. Echt even op mijn tanden bijten en bij de laatste meters toch een licht euforisch gevoel dat ik deze klassieker toch maar even heb gedaan!


Voldaan terug naar de Wambashoeve, en de volgende dag onder een stralende zon nog een rondje Bosberg en natuurlijk de Muur. De stad Geraardsbergen meent dat een rommelmarkt als alternatief voor de verloren Ronde wel passend is, boven bij de kapel is er enige drukte met wat wielertoeristen en media. Wat ons nog een paar seconden in Studio Sport oplevert. 
Wij mengen ons als afsluiter onder het publiek en horen Boonen op de radio een overwinning bijschrijven. Volgend jaar weer?

donderdag 5 april 2012

Lange saaie polderwegen / Noord Hollandse dijken / duinpaden: here I come!

En dan nadert de teller plots de grens van ‘nog 60 dagen te gaan’. Een uiterst gepast moment om lichte paniek te gaan tonen. Immers: 60 dagen, dat zijn nog een kleine negen weken. Van deze tijd werk je minimaal een derde, net als dat je één-derde verslaapt. Blijft dus een week of 3 staan. Haal hier alle tijd die je spendeert aan familie / eten / drinken / in het kleinste kamertje zitten / voetbal kijken / boekje lezen / koken / kat aaien / luieren van af, en je hebt nog een dag of 12 aan echte trainingsdagen. En wat gepruts in de marge – de loze uurtjes voor en na het werk zeg maar.  Dat is niet veel. Paniek? Ja, paniek! Terecht? Hangt af van de vraag hoe ik er voor sta. Eens denken, wat heb ik de afgelopen weken uitgespookt en hoe is dat bevallen?


Ik heb de laatste drieënhalve week een keurige 3 uur en 20 minuten D2 training achter mijn kiezen. Het buitendeel hiervan heb ik uiteraard tegen de wind in doorgebracht. (Niet vrijwillig overigens, maar wind heb je nu eenmaal gewoon tegen). Ik heb daarnaast ongeveer 7 uur D1 training achter de rug. Ook heb ik zo’n 45 minuutjes weerstandstraining gedaan, heb ik 3 intervaltrainingen bij kunnen schrijven en heb ik één ‘klimtraining’ buiten gedaan. Tijdens m’n laatste intervaltraining trapte ik 8 keer 750 watt (iets wat het huilen nader bracht dan het lachen) en heeft m’n hart in 25 minuten minimaal 17 miljoen keer geslagen. Tijdens m’n klimtraining (het Kopje van Bloemendaal is ook na 12 keer over en weer kruisen nog leuk) reed ik vervolgens werkelijk iedereen voorbij, dus het heeft wat dat betreft geloond.


Maar waar leidt dat nu toe? Nou, in ieder geval tot een aardige krachtsopbouw. Nog niet voldoende, maar het begint te komen. Waar leidt het nog meer toe? Tot nog maar 1,6 kilogram van m’n streefgewicht zitten. En wat nog meer? Alsof het niet genoeg is! Maar goed, vermoeide benen natuurlijk...


Waar schort het dan aan? Nou, ehh… Kilometers. Lang en ver rijden. Uren verveeld door polderlandschappen rijden terwijl de wind de lenzen uit je ogen blaast. Eindeloos met je gedachten alleen zijn, waarbij je al na 20 minuten merkt dat je gedachten minder talrijk zijn dan je wellicht zou denken. Verveeld voor je uit starend door de groene graslanden trappen. ‘Blik op oneindig, gedachten op nul’, dat soort werk! Oftewel: de lange en verre ritten. Nou, dan zit er maar één ding op: er moet lang en ver buiten gereden worden. April doet wat ‘ie wil, en ik doe wat er moet gebeuren. Lange saaie polderwegen / Noord Hollandse dijken / duinpaden: here I come!