donderdag 13 juni 2013

Remco zijn verhaal

Zaterdag 1 juni, 8 uur 's-avonds. Remco is op reis en eerste stop is camping Val d’ Emeraude in het Belgische Neufchateau. Ik reis alleen maar dat belet me niet om compleet bepakt te zijn: 3 racefietsen, genoeg pasta en wielerkleding voor een heel wielerpeleton en voor de loze uurtjes in Frankrijk mijn motorfiets op een aanhangwagen achter de auto. De receptie zit in de plaatselijke taverne, en 14 euro later heb ik een royale plek met mijn tentje op een verder zo goed als verlaten camping. Terwijl ik me in mijn slaapzakken (!) wurm hoor ik in de verte nog wat flarden van de karaoke-avond in de taverne. Bedtijd dus.

Dag 2 begint lekker vroeg en fris en eindigt een goede 750km later in Camping Le Chateau de Rochetaillée in  - inderdaad - Rochetaillée. Mijn zusje Sylvia is daar inmiddels met man Rik en kind Yfke neergestreken, en ik pak graag dat extra bedje in de Vacansoleiltent. Terwijl de avond valt blijkt dat kamperen en goed weer toch wel een combinatie is die ik erg waardeer. Het is dus koud, en terwijl Yfke vrolijk zichzelf in slaap murmelt trekken wij nog een jas aan. Welkom in Frankrijk.

Verblijf voor de rest van de week is hetzelfde appartement als 2012, de Crystal Alpe. In het hoogseizoen niet te betalen maar op één of andere manier weten we dat weer te boeken voor een appel en een ei. Ik laad mijn auto uit en inmiddels druppelen de andere teamleden ook binnen. Ik gebruik de middag voor ritje op de motor. Eigenlijk richting de Col du Galibier, maar net als de helden van de Giro tref ook ik een dichte slagboom
Ik rij door naar Briancon, koop bij de bakker wat broodjes en zoek een verlaten bergpaadje voor de lunch. Ik geniet van de rust en het uitzicht, en laat vervolgens pardoes mijn motor omvallen. Ik geniet in ene een stuk minder van de rust want 250kg staal ligt op helpende handen te wachten. En ik heb er maar 2. Na een paar zweetdruppels en een ultieme krachtinspanning staat hij weer met de banden aan de juiste kant en vertoon ik de rest van de week mijn rijkunsten uitsluitend nog op vertrouwd asfalt. Tijdens één van de ritjes komt er nog een verdwaalde langlaufer op de top van de Croix de Fer aan, met de sneeuwzekerheid in juni zit het dus wel snor.
's-Avonds schuif ik aan de dis bij teamleden Maarten en Suzan maar kan ik mijn rust pas vinden na een rondje op de fiets. Half klimmetje Alpe d'Huez, en voelt weer vertrouwd. Fris bij het dalen, lekker warm van de inspanning bij het klimmen. Maar een klein rondje dus het tempo kan lekker hoog.

Op woensdag is de eerste (korte) dag van het evenement. Start om 10 uur, en ik daal bijtijds af om deze bij te wonen. Het weer is inmiddels behoorlijk opgeknapt en even later sta ik zwetend als toeschouwer aan de start in Bourg d'Oisans. Joop Zoetemelk en Bernard Hinault verrichten de starthandeling en klimmen even later gebroederlijk naar Alpe d'Huez. En starten hiermee ook een een uniek evenement dat de Alpe d'Huez zal beheersen.
Na een rondje Venosc ga ik via 'achterdeur' Col de Sarenne weer terug naar het appartement en meng me nog even tussen het publiek om de fietshelden aan te moedigen. 
Daarna hoog tijd voor een poets-sessie van de fiets. Ik monteer nog wat andere tandwielen achter (een 12-30 cassette voor de liefhebbers) en samen met Quirijn weten we uren te vullen met allerlei onzinnige weetjes over fietsen, kleding en voeding. Ik vul mijn maag deze keer bij Quirijn en Dion (of eigenlijk Jelka en Audrey, de heren hangen maar wat rond) en leg vervolgens alles klaar voor de grote dag.

Donderdag 6 juni, 02.45 uur. Ik wrijf de slaap uit mijn ogen en hoor van Rik van dochter Yfke hem uit de slaap heeft gehouden. Goede start dus voor hem. We zijn net op tijd voor de gezamenlijk afdaling in het stikdonker, maar door het late aanhaken kunnen we wel meteen achter de motards aansluiten en hebben dus een mooie plek bij de start. De kou valt erg mee en om 05.00 uur rollen we voor het eerst over de mat van de tijdwaarneming, en daarmee de start van een lange en bijzondere dag.
Bij de start fietsen we als team nog samen op, en een minuut later zijn alleen Quirijn en ik nog over. De rest van de dag blijven we samen opfietsen, vooral voor de gezelligheid en afleiding. Want het klimmen gaat prima maar de verveling ligt bij 6 keer hetzelfde traject op de loer. 
De temperaturen stijgen al snel en zullen in de loop van de dag oplopen tot ruim 30 graden. De organisatie deelt royaal water uit en hebben als extra service wat zout toegevoegd. Poeh, die zag ik ff niet aankomen en ik vertrouw voor de rest van de dag maar weer op m'n bidons en een beker bouillon op z'n tijd.

Tegen klim 5 zag ik behoorlijk op aangezien dit de laatste hobbel was naar het doel van hele onderneming: 6 beklimmingen. Bij Quirijn gaat inmiddels het kaarsje langzaam uit maar ik kom juist lekker in mijn ritme. Quirijn rijdt lek, we vervangen de band in een recordtijd maar besluiten even later toch maar om beide ons eigen tempo te kiezen. 
De binnenkomst bij deze beklimming is er één om nooit te vergeten. Rijen dik staan ze te juichen, high-fiven, je naam te roepen dankzij het naambordjes en wurm je je door de kleine opening die het publiek vrij laat. Ook al ben je van steen, dit laat je niet onberoerd.

Ik stop even bij mijn auto om mijn voorraden aan te vullen en tref even later toch weer Quirijn en ook Rik op de berg. Beiden moeten tandenknarsend toegeven geen heil te zien in nog een klim, en ik stort me dus maar alleen in de laatste afdaling. Schoon en droog is het asfalt, ik verfraai het wegdek nog met een meterslang slipspoor door een ingedutte verkeersregelaar en keer voor de laatste keer mijn fiets aan de voet van de berg.
Bij de finish wordt ik opgevangen door Rik, Sylvia, Quirijn en Jelka. Ook hier weer: je moet wel van steen zijn wil dat je onberoerd laten. Maar hij is binnen, de 6 beklimmingen. 3 keer is scheepsrecht, mooi einde van maanden voorbereiding.

Mooi is ook dat dan wel alleen ben vertrokken naar Frankrijk maar geen moment alleen ben geweest. Ik ben werkelijk bedolven onder de sms-jes en eenmaal thuis bleek ook dat heel veel mensen intensief en de hele dag met me hebben meegeleefd. 

En meeleven hebben jullie als sponsoren ook gedaan. Hartelijk, heel hartelijk dank want zonder jullie blijft er niet veel meer dan een toertocht over. Ons team gaat richting de 25.000 euro en de tussenstand van het evenement is een indrukwekkende 25 miljoen. 

Al vaker gezegd: 3 keer is scheepsrecht. Ik ga op zoek naar andere uitdagingen. Ik zal het evenement missen maar kan natuurlijk altijd nog als vrijwilliger aanhaken. Wat ik ook nooit zal vergeten is het enthousiasme van mijn omgeving. Dank voor alles!


Hartelijke groet,

Remco


ps. over de besteding van de gelden was volgens het FD nog wat onduidelijkheid. Aangezien ik het niet beter kan verwoorden dan collega Quirijn heb ik onderstaande naschrift even van hem geleend:

Naschrift

Op de tweede koersdag vond het FD het nodig om een tendentieus, onjuist en populistisch artikel over Alpe D’HuZes te plaatsen. Volgens dit journalistiek weinig verantwoorde artikel zou er geld op de plank blijven liggen. Ik vind het belangrijk even aandacht te vestigen op de feitelijke situatie rondom de donaties aan Alpe D'HuZes. Naadje, kous, dat soort werk. 

Kort samengevat: Alpe D'HuZes kent een 100 procent anti-strijkstokbeleid en geeft méér geld uit voor de strijd tegen kanker dan er binnenkomt. Echter: niet aan feestonderzoekjes van theoretici die nog nooit op een patiëntenafdeling zijn geweest, maar aan toepasbaar onderzoek waar de patiënt iets aan heeft.

Talloze duimpjes omhoog voor alle donateurs, supporters, vrijwilligers en deelnemers. Eén vinger omhoog voor de broddeljournalisten van het FD.

http://www.opgevenisgeenoptie.nl/over_alpe_dhuzes/news_articleid/385

  

woensdag 12 juni 2013

Verslag Dion

De afdaling 3.30 uur

De wekker gezet om 2:30 snachts, gekke werk.
Om half vier was de gezamenlijke afdaling naar de start. Middenin de nacht dus. Het was donker en koud.
21 bochten dalen in het donker achter twee motoren best wel gaaf. Wij reden pal achter de motoren en als je naar boven keek zag je alleen maar fietslampjes.

De start

Beneden aangekomen in het dorp was het afwachten op het startsein.
Om 4:30 hoorde wij een kanonschot en dat was het startsein. In groepen mocht je naar de berg.

En wij mochten rijden, eerst door het dorp daar waar er al een hoop mensen stonden te klappen voor ons.
Het was erg indrukwekkend om zoveel mensen daar al te zien en je toe te juichen. (4:50 uur)

5:00 door de start en op naar de eerste klim. In het donker de berg op.

Ik had mij voorgenomen rustig aan te beginnen. De tip van diverse mensen was dus ook ga niet te hard van start.

Bocht 21 is zo'n beetje 12-13 procent en daar ging mijn hartslag naar de 158. Rustig aan dacht ik maar langzamer trappen kon ik niet anders kreeg in mijn pedalen niet rond.
Mijn gedachten was tja de eerste paar bochten dus 158 ach het zal wel wat minder zwaar worden. Nee dus constant was mijn hartslag 150-160 tot de top.

Eerste beklimming zit erop in 1:40 uur 

Op naar de tweede keer.

De afdaling ging een stuk vlotter dan achter de motoren maar wat was het koud.
Klappertanden en bibberend zo koud was het. Ik had een jasje en nog een windjack aan maar koud was het.

Beneden aangekomen stonden mensen klaar met een deken, zo'n dikke groene legerdeken. Ik was dus aan het klappertanden en er kwam een mevrouw naar mij toe en vroeg of ik ook een deken wilde.
Ik zei "nee, dank u" en ik dacht hup die berg op en krijg het vanzelf warm.

Halverwege de klim werd het lichter buiten en ik keek even naar het dal en mooi!!
Door het wolken dek kon je het dorpje nog net ontdekken.

Ook de tweede klim hield ik mijn hartslag in de gaten. Weer zo rond de 150-160.

Eenmaal boven gekomen stonden daar de meiden mij op te wachten met verse bidons.
Audrey en jelka.
De meiden zeiden allebei je gaat te snel!! oh dacht ik dat is niet goed. Ik wil immers mijn doel bereiken van 4 beklimmingen dus de volgend moest maar iets langzamer.

de tweede klim 7:23 start en boven om 8:58.

Derde klim.

Ik wilde proberen om dus iets langzamer te fietsen. Ik wilde immers niet de man met de HAMER tegen komen.

Al gauw kwam ik er achter dat echt langzamer niet echt lukte. Ik kwam niet in een lekkere cadans dus bleef ik maar mijn hartslag in de gaten houden.
Als ik onder mijn omslagpunt blijf dan gaat het goed was mijn visie.

Ik begon wel te merken dat ik geen eten en drinken meer binnen kreeg. Onderweg deelde ze bouillon uit waar zout in zit. Je zweet enorm als je klimt en zweet is zout. Als je geen zout tot je neemt word je ook flauw en schiet het niet echt op.

Eenmaal boven gekomen was ik op,klaar,moe etc etc.
Ik besloot om even en pauze in telasten, even bijkomen.
En uurtje rust doet het altijd goed en ik had er nu drie gehaald en hoefde er nog maar 1 om mijn streven van 4 keer te halen.

start klim 9:47 en einde 11:27

het doel bereikt.


Heerlijk even een uurtje rust genomen. Het deed me goed.

Ik besloot om rustig aan te doen en af en toe te stoppen om foto´s te maken.
Genieten hoort er ook bij en mijn doel was bereikt, ik ging voor de vierde keer omhoog.





Super gaaf was de aankomst bij bocht 0. 
Het was al mooi weer aan het worden en er waren veel mensen op de been.
Ik fietste door een mensen massa die alles en iedereen aan het toe juichen waren.
Het was net de tour de france, een meter was er nog over om te fietsen en links rechts mensen die de naam scandeerde. Wat een ervaring. Iedereen had het zelfde doel, gedachten etc. hup die berg op je kan het.
Door de menigte fietsen en de wave links rechts pfff wouw.

Ik kan niet zeggen dat het laaste stuk vanzelf ging maar het hielp wel.
Over de finish gekomen had ik geen tijd meer om de zesde keer te halen. Ik nam daardoor ook weer een uurtje rust. Ik was ook al aardig op kan ik zeggen en het was toch wel heerlijk een uurtje rust.
Missie geslaagd vier keer en nog tijd zat over om er nog een uit te persen dus...... 

Het toetje
De viede keer gehaald en nog tijd over. Het was half vier smiddags. De temperatuur was rond de 30 graden in het dal en boven rond de 23 graden.

Ik besloot om weer een uurtje rust te nemen. Ik kon qua tijd toch geen zes keer halen, want de laatste keer dat je omhoog mocht was om zes uur. Als ik dus meteen weer door was gegaan was ik waarschijnlijk om 18:00 uur boven.

Het uurtje rust deed weer wonderen. Ik besloot om als toetje nog eenmaal, de laaste maal, aftedalen naar het dal. De vijfde keer was begonnen.

In diverse bochten waren bandjes aan het spelen en dj's plaatjes aan het draaien, wat echt voor een super sfeer zorgde. Bij een aantal bochten werden er natte sponzen uitgedeeld zodat je even kon afkoelen. De verzorging was echt heel goed.

Het was een soort feest stemming met muziek, maar toch met een lading. Kijk je op diverse fietsen zie je foto's van mensen, kijk je naar shirts ook weer foto's. Bij de finish huilende mensen over de streep etc etc.

Zoveel saamhorigheid maak je weinig mee. Iedereen wilde het zelfde dat de lopers/ fietsers de eindstreep zal halen. En dat merkte je aan alle kanten.

De vijfde keer klimmen en keek om mij heen. 
Ik zag mensen met de fiets aan de hand de berg op strompelen. 
Zo moe gestreden en eigenlijk onverantwoord toch de laatste keer omhoog gaan. En dat alles om zoveel geld op te halen voor het doel. 

Ik kon gelukkig nog redelijk meekomen, kon gewoon op de fiets blijven zitten en rond trappen. Ik richtte me weer op mijn hart slag en klom de berg op.
Onderweg toch even rust genomen in een paar bochten even de hartslag omlaag brengen. Het was ook heerlijk om even de spanning van de benen af te halen.
Ik was echt kapot ik kon niet meer, kreeg ook af en toe een zetje.
Stoempen en bikkelen op de pedalen. Afzien tong op de grond op het asfalt. Zo gingen de laatste bochten.

Nog eenmaal bocht nul door de mensen massa. Die je toejuichten je naam riepen, zetjes gaven er door heen schreeuwde. Nog eenmaal onder het viaduct door. Nog eenmaal langs de rotonde boven bij het hotel aan het einde rechtsaf en daar was hij dan.
 De FINISH vlag.

De vijfde keer onder de finish door.
Joehoe heerlijk ik was klaar en ook helemaal stuk. Ik zag Audrey bij de finish mij toe juichen en die was ook zo blij en trots.

Ik wil iedereen nogmaals bedanken voor de steun en donaties en het vertrouwen in mij. In het bijzonder Audrey, die als ik aan het trainen was er alleen voor stond.
Tijdens de tocht,  jelka en audrey die de verzorging voor hun rekening namen. Die de hele dag de app op hun telefoon in de gaten hield zodat ze wisten waar wij waren en weer ze ook weer terug gingen op de afgesproken plek.

Quirijn, bedankt voor het overhalen om mee te doen. 


Dan de vraag:  volgend jaar weer?

Nee was het antwoord! Een hele mooie ervaring en super gaaf om de berg te beklimmen.
( alleen geen zes beklimmingen dus......)

4 - 6 juni 2013 - Wat een week

Ik grabbel m’n telefoon uit m’n achterzak en bel naar huis. “Hey! Hoe gaat het? Je rijdt strak man”, hoor ik opgeruimd aan de andere kant van de lijn. “Ik ga het niet halen, ik kan niet meer dalen. M’n rug”, weet ik nog net in de richting van Nederland te snikken. Mijn Alpe D’Huzes eindigt hier, op een parkeerplaats na de finish. De dokter zal me later die middag uitleggen dat een verschoten ruggenwervel tussen mij en mijn gestelde doel in staat.

Zo eindigde mijn Alpe D’HuZes 2012. Een half jaar later overheersten twee gedachten. De ene was dat het resultaat voor mij persoonlijk teleurstellend was, de ander dat het evenement zo indrukwekkend en prachtig was dat ik daar niets dan warme herinneringen aan had. Reden genoeg om me dus ook voor de 2013 editie in te schrijven.

Dit jaar wilde ik die immense berg zes keer beklimmen. We werden op de lange koersdag ingeloot, dus qua tijd zou dit (anders dan vorig jaar) geen probleem mogen zijn. Het zou echter wel zwaar worden, dat wist ik van vorig jaar. Ook wist ik dat domme pech of juist geluk tussen mij en m’n persoonlijke doel in kon komen te staan. Daarnaast wist ik dat het evenement helaas nog steeds nodig is. De ziekte is immers nog niet overwonnen.

Zo gebeurde het dat ik in januari het eerste vinkje in m’n trainingsschema kon zetten. Langzaamaan namen deze vinkjes in aantal toe, oplopend tot vier per week. Door het erbarmelijke voorjaar waren het wel veel vinkjes voor korte trainingsblokken. Ergens hoopte ik maar dat m’n trainingsschema gebalanceerd genoeg was. Zes juni zou dit moeten blijken.

Dinsdagmiddag 4 juni – T minus 37 hours and counting

Met zeventig kilometer in het uur zoeven we naar beneden. We zijn op weg naar bocht zeven om vanaf hier even wat testmetertjes omhoog te maken. Voor mij ligt teamgenoot Remco plat op z’n stuur. Als ik in de bocht omhoog kijk zie ik teamgenoot Dion in eenzelfde houding achter me. Zelf leg ik ook snel m’n neus weer op de stuurpen zodat het gat tussen mij en m’n voorganger niet te groot wordt.

Al snel staan we in de bocht die we voor ogen hadden. We steken de vrij drukke weg over en zetten aan voor ons korte klimmetje. Wat meteen opvalt, is de hitte. Wat ook meteen opvalt, is de totale afwezigheid van zuurstof. M’n hartslag knalt omhoog en met heel veel moeite weet ik ‘m niet te ver op te laten lopen. Ik hoop maar dat dit beter wordt.

Woensdagmiddag 5 juni – T minus 13 hours and counting

Voorzichtig lopen we richting het skistation. Op de weg naast ons wordt veel gezucht en gekraakt. De deelnemers van de eerste dag ploeteren zich een weg richting bocht nul. De sfeer op de bergflank is fantastisch, de inspanning van de vele wandelaars, runners en fietsers heroïsch, het afzien indrukwekkend en hels.

Zelf mag ik over een ruime twaalf uur de fiets op. Ik begin inmiddels behoorlijk gespannen te raken. Op zoek naar wat afleiding begeven we ons richting het Palais des Sports. We slenteren wat door de Alpe D’HuZes winkel, lachen wat om twee Tokkies die ‘het allemaal een schande vinden’ dat ze hun tas moeten afgeven alvorens naar binnen te mogen en zien Dries van Agt die boeken zit te verkopen. Hij vraagt of ik zenuwac htig ben. Bij het horen van mijn ‘heel erg’ schiet hij in de lach. Hij wenst me veel succes en we vervolgen onze weg.

De rest van de dag bestaat uit veel gedrentel en getreuzel, getwijfel over te dragen kleding op de dag zelf en wachten tot het zo ver is. ’s Avonds om half elf lig ik in bed. Ik kijk naar het plafond, wat ik tot half drie nauwgezet blijf doen. Ik probeer op alle mogelijke manieren m’n hartslag omlaag te brengen en in slaap te vallen. Niets helpt. Het gerinkel van m’n alarm maakt om iets over half drie een einde aan dit zenuwachtige wachten. Het gaat gebeuren. Zonder slaap, dat wel..

Donderdag 6 juni – T minus 7 minutes and counting

In het schemerdonker wachten we op onze beurt. Achter de huizen horen we een knal: de groep voor ons is gestart. “Helden en heldinnen, een goede morgen!” schalt de dame van de organisatie door haar megafoon. “Het is zo ver. Heel veel succes en plezier, jullie zijn fantastisch!” Een gejuich stijgt op uit de groep renners. Het geklik van pedalen neemt de straat over. Langzaam zet de groep zich in beweging. We draaien Bourg D’Oisans in, waar een emotioneel gejuich en geklap ons tegemoet rolt. Het is iets over vijf uur ’s ochtends, maar er staan evengoed al duizenden mensen langs de kant van de weg. Ik zie overal kaarsen, fakkels en foto’s. De aanmoedigingen zijn hartverwarmend, het hele plaatje ronduit ontroerend. Een vuurpijl stijgt fluitend op, het geheel kleurig verlichtend.

Met een trillend glimlachje rijd ik met m’n maat de eerste klim tegemoet. We hebben ons voorgenomen om vooral rustig te blijven, dan moet alles goed komen. Al snel zijn we de rest van het team uit het oog verloren. We laten ons er niet gek door maken en blijven ons eigen tempo rijden. Keurig rustig en vlak rijden we de eerste steile stroken asfalt over. Halverwege de berg kijken we over de rand naar beneden. Een prachtige mist creëert een adembenemend schouwspel onder ons. Het dal lijkt bedekt met watten,. Boven ons beschijnt de zon de witte bergtoppen. Een mooiere start van de dag is niet denkbaar. We gunnen onszelf een fotomomentje en vervolgen onze weg. Ontspannen keuvelend peddelen we door en na een kleine twee uur rijden we voor de eerste keer onder de finishvlag door. Klim één: check!

Klim 2: tandje erbij

Zodra we de afdaling uit zijn komen zeilen, doen we even een snelle berekening. Het tempo waarop we nu zitten, ligt iets te laag. We besluiten dat er een tandje bij moet. Voor de tweede keer het steile stuk opploeterend, testen we even wat haalbaar is zonder onze hartslag te ver omhoog te jagen. We vinden een nieuw evenwicht waarbij onze gemiddelde snelheid een kilometer hoger ligt dan tijdens de eerste klim, terwijl m’n hartslag onder de 150 blijft. Een prima balans!

De bergflank begint zich inmiddels verder te vullen met toeschouwers. Ik zie spandoeken voor deelnemers, voor patiënten voor wie gefietst wordt en voor slachtoffers voor wie het te laat is. Ik weet van vorig jaar nog hoeveel leed er is en hoe dit evenement dit duidelijk maakt, maar toch ben ik weer onder de indruk. Ik prijs me gelukkig dat ik hier mag fietsen zonder zo’n enorme bagage. Het motiveert en stimuleert, maar zet je ook aan het denken.

Zo vervolgen we gestaag onze weg, rustig keuvelend en onze omgeving in ons opnemend. Na een uur en iets meer dan veertig minuten tikken we voor de tweede keer de finishvlag aan. Two down, four to go…

Klim 3: Circus T & T

Tijdens de derde klim blijkt al snel dat de toeschouwers rumoeriger en de deelnemers stiller worden. De temperatuur stijgt tot boven de 25 graden en de meeste fietsers en wandelaars zijn nu al meer dan één keer boven geweest. Dit laat zich voelen, waardoor het gezellige, uitgelaten praten plaats heeft gemaakt voor constant hijgen en blazen. Het mentale zware aspect van steeds diezelfde saaie stroken oversteken maakt het er niet beter op. Er wordt afgezien.

M’n maat Remco en ik weten elkaar goed bezig te houden. We grappen er flink op los om onze aandacht maar van de toenemende zwaarte af te leiden. Onderweg pikken we een medefietser uit Hardenberg op. Hij vindt het maar wat gezellig en is maar wat blij met de afleiding. Gedrieën fietsen we door. Na bocht negen wil er nog een jongen inhaken. Terwijl hij iets wil zeggen, reikt hij naar z’n bidon. Omdat de snelheid niet erg hoog ligt, is het moeilijk om balans te houden. Hij helt dus over, valt en tikt Remco aan. Als een volleerde dominosteen helt hij ook door en tikt hij mij aan. Ik zie het asfalt richting m’n neus komen en m’n hartslag omhoog vliegen. Daar ga ik…

Op miraculeuze wijze weten zowel Remco als ik tijdig uit te klikken en voordat m’n knie de grond raakt, vang ik m’n val met m’n voet op. Ik spring snel weer op het zadel en kijk achterom. Ook Remco zit weer op z’n fiets. Even neig ik naar een schrikvloek, maar bedenk me dat dit weinig zin heeft. We wenden ons tot de veroorzaker van dit gewankel. “Vrind, als je wat wil zeggen kan dat hoor. Je hebt onze aandacht, zeg het maar”. Ook hij schiet in de lach en we fietsen gezamenlijk verder. Menig ander renner vindt de sfeer rondom ons groepje maar wat gezellig, getuige de vele lachen die rond ons rondrijdende circus over de bergflank rollen. Boven aangekomen krijgen we de nodige bedankjes voor de afleiding, waarna we ons in de afdaling storten. We zijn halverwege.

Klim 4: the sound of silence

Het is inmiddels opgehouden met comfortabel warm zijn. De zon brandt en doet op sommige stroken de temperatuur de dertig graden ontstijgen. Het wordt stiller en stiller. Ik zit in Remco’s wiel, die nog steeds onvermoeibaar tegen iedereen die we passeren aan kakelt. Plots draait hij z’n hoofd in mijn richting. “Gaat het nog, Teunissen? Je bent zo stil.” Ik stel mezelf dezelfde vraag. Ik ben aan het afzien. M’n benen lopen vol, ik begin het kookpunt te naderen en ik heb het mentaal loodzwaar met de vele saaie bochten die door het bos omhoog kronkelen. Ik rochel iets grommend in zijn richting en we ploeteren door.

Bij bocht zeven hervind ik mezelf. Mede dankzij het fantastische publiek, de vele deejays langs het parcours en het uitzicht op bewoonde wereld, voel ik me beter. Al snel belanden we in bocht één, de laatste bocht voor het skistation. De sfeer is hier inmiddels formidabel. De hele weg staat vol met publiek, er staan een aantal dweilorkesten, er is een sambaband, er staan meerdere deejays en er speelt een topband op het plein voor het tunneltje. Alle klachten die ik had verdwijnen als sneeuw voor de zon. Kon de hele klim maar zo zijn!

Klim 5: Abandon all hope, ye who enter here

We duiken snel de afdaling in en treffen elkaar beneden bij de startboog. Terwijl we ons windstoppers in onze zakken proppen, raken we aan de praat met een in roze gehulde mevrouw en meneer die al de hele dag iedereen bij de start uitgeleide doen. De meneer vertelt onder de indruk te zijn van het evenement. Hij vindt het fantastisch. Ook vertelt hij dat hij sinds een jaar weet zelf ziek te zijn. Ik land met een harde klap op aarde. Tussen al het fantastische publiek doorfietsend en de afdaling door zoevend vergeet je even hoe keihard de ziekte is. Zijn verhaal brengt me terug naar de realiteit. Hij vertelt ook dat hij ‘stabiel’ is en dat de ziekte onder controle lijkt. Ik denk aan alle kaarsjes en foto’s in de bochten. Voor velen van hen is het te laat. Voor deze meneer en veel anderen is het dat niet. Ik weet weer waarvoor ik hier ben.

We rijden Bourg D’Oisans uit en draaien naar links, de berg op. Ik hoor Remco mopperen. Z’n benen lijken op slot te springen. Heel gestaag rijden we door. Nog geen twee bochten verder lijkt hij er doorheen te zijn. Ik merk dat ik wegzak. Niet alleen heb ik moeite om op een kilometer of zeven in het uur te blijven steken, maar ik zie ook dat m’n hartslag helemaal wegzakt. Ik zit nog maar op 110 slagen per minuut. Dit is een teken dat ik serieus vermoeid aan het raken ben.

Ik zit bij Remco op het elastiek, waarbij de gaten die er tussen ons ontstaan steeds groter worden. Het lijkt me beter om m’n eigen tempo te blijven rijden en ik richt m’n blik op m’n voorband. Rustig kronkel ik door, trachtend de saaiheid om me heen te negeren. Plots hoor ik muziek en gejuich: ik nader bocht 16 kennelijk al. Hier staat al de hele dag een deejay en fantastisch publiek. Ik leef op! Ik pak een spons aan en knijp deze in m’n gezicht uit. Ook pak ik een watertje aan. Ik giet het naar binnen en ga rechtop zitten. Ik lijk me beter te gaan voelen. Zonder enige moeite rij ik het gat naar Remco dicht. Snel kruip ik in z’n wiel, luisterend waar hij en een renner van een ander team het over hebben. Net als ik denk er iets van te begrijpen, voel ik iets wat ik absoluut niet wil voelen. Ik voel asfalt! Ik kijk omlaag en zie mijn vrees bewaarheid: zodra ik druk op m’n achterwiel, tikt m’n velg de grond aan. Ik sta lek! Stamelend roep ik Remco, die meteen in z’n remmen knijpt. Ik ben zo naar de klote dat ik niets kan dan kijken hoe hij in recordtijd een nieuwe band om m’n wiel legt. Voor ik het doorheb zitten we weer op de fiets. “Dank je wel”, stamel ik, buitengewoon erkentelijk voor deze noodzakelijke steun.

Rustig doorfietsend denk ik aan de volgende uitdaging: met een handpompje krijg je zo’n 6 bar op je band. Dit is een stuk minder dan de gewenste 9, wat betekent dat ik veel meer rolweerstand heb. Ik besluit daarom iedere motard die langsrijdt aan te houden, vragend of hij een pomp heeft. Ik heb geen geluk. De fietsenmaker staat in bocht zeven, nog 8 bochten van waar ik me bevind. Ik baal, ik kook, ik vloek, ik lijd en ik twijfel. Dan neem ik een besluit. “Remco, je moet gaan. Ik weet niet hoe ik zit en als je op mij wacht dan haal jij misschien je zes keer ook niet. Fiets maar door.” Ik zie m’n maat vertwijfeld kijken. Hij heeft tijdens een eerdere editie de zes niet gehaald omdat hij op een ander wachtte, dat wilde ik niet op m’n geweten hebben. Immers: hij was sterk zat en zou het sowieso halen. “Echt, rij maar!” Gelukkig luistert hij en langzaam zie ik hem uit m’n gezichtsveld verdwijnen.

Trap voor trap vervolg ik m’n weg, op niets meer lettend of naar niets meer kijkend. M’n lijf kookt. Het is op sommige stroken asfalt meer dan 35 graden. Eén keer hoor ik zelfs het getal 38. Ik bevind me in de hel, dat kan niet anders met deze temperaturen. Vreemd genoeg voelen m’n benen wel vol, maar nog niet uitgeput. Wel merk ik dat m’n hartslag steeds verder zakt. Als ik bocht 10 indraai zakt deze zelfs onder de 100 slagen. Ik ben officieel kapot. Toch weet ik door te draaien.

Na een veel langere periode dan me lief is, bereik ik bocht zeven. Ik vraag de fietsenmaker of hij een pomp heeft. Hij knikt van ja en vraagt om welke band het gaat. Ik wijs naar achter. Terwijl hij m’n band oppompt, val ik boven z’n bak met sponzen staand in slaap. Na twee minuten tikt hij me aan. “Moet je niet door?” Ik kijk even om me heen. Waar ben ik? O ja, ik was een berg op aan het fietsen. Ik bedank hem en klik in m’n pedalen. Op naar bocht nul..

De laatste zeven bochten zijn loodzwaar. M’n lijf is leeg. Leeggereden, leeggezweet, leeggekookt. Simpelweg op. Toch wil ik niet opgeven, ik ben zo dichtbij m’n doel. Ik voer een eindeloze discussie met mezelf. Wat heb ik te winnen? Wat moet ik bewijzen? Is het verantwoord? Gaat het überhaupt wel lukken? Ik hink op wel duizend gedachten, niet wetend welke te volgen.

In bocht vier neemt de hoeveelheid publiek inmiddels gigantische proporties aan. Het gejuich doet me m’n leegheid vergeten. Ik rij door en weet de strook asfalt tussen bocht 1 en 0 zelfs staand af te leggen. Er staat hier rijendik publiek en ze lijken allemaal m’n naam te roepen. Ik voel me herboren. Zodra ik het tunneltje voor bocht nul echter uitdraai, geeft m’n fietscomputer iets anders aan. Ondanks het feit dat ik sta op de pedalen, draai ik nog maar 6 kilometer per uur. M’n hartslag blijft inmiddels op 91 steken.

Ik rij door het skidorpje en reken snel door wat dit betekent. Zou ik een zesde keer halen met deze snelheid? Alleen als ik het constant weet te rijden. Ik mag dan niet wegzakken en geen pech krijgen. Is dat reëel? Ik denk aan hoe ik me voel, hoe ik er aan toe ben en hoe de bochten waren vóórdat ik dankzij het publiek de pijn vergat. Twijfelend rij ik de finishstraat in. Betty en Bea, de fantastische ladies in pink die alle deelnemers boven binnen halen, staan me toe te juichen. Ik geef hen een high five en rij door. Ik kom bij de parkeerplaats waar Jel, Audrey en Remco staan. Ook teamgenoot Rik is hier. Ik krijg een colaatje in m’n handen gedrukt en neem een slok. Ik sluit m’n ogen en voel hoe ik wegzak. “Ga je nog een keer”, hoor ik een stem heel ver weg vragen. Ik denk. Ik twijfel. Dan open ik m’n ogen. “Nee, sorry, ik ben bang dat ik het niet red. Het is niet verantwoord. Remco, je moet gaan. Je kan het. Succes jongen!” Ik stap van m’n fiets en ga op het asfalt liggen. Voordat m’n hoofd de grond raakt val ik in slaap.

Wat een week!

Ik kijk met dubbele gevoelens op Alpe D’HuZes 2013 terug. Enerzijds baal ik dat ik m’n doel opnieuw niet gehaald heb. Waar ik vorig jaar geblesseerd raakte, heb ik dit jaar denk ik iets te weinig kilometers kunnen maken, was ik iets te zwaar en is er onderweg ergens iets verkeerd gegaan met eten. Ik twijfel of ik niet voor die zesde keer had moeten gaan. Rationeel weet ik dat dat niet had gelukt. Echter, een mens vergeet afzien snel, dus gevoelsmatig zit het niet helemaal lekker. Aan de andere kant heb ik een fantastische dag gehad, hebben we als team meer dan 20.000 euro opgehaald, heb ik evengoed een pittige prestatie geleverd en is Alpe D’HuZes met meer dan 25 miljoen euro opbrengst opnieuw een groot succes. Dit is waar het uiteindelijk om draait. Ik hoop dat de volgende keer dat ik meerijd, er minder kaarsjes langs het parcours hoeven te staan.

Ik wil Jelka en Audrey bedanken voor alle voedingskundige, mentale en fysieke verzorging op de bergflank. Dank aan het thuisfront voor alle lieve smsjes en aanmoedigingen. Dank aan alle vrijwilligers voor opnieuw een fantastisch evenement. Veel dank aan Remco voor het ter beschikking stellen van een wiel om de hele dag in te hangen. En vooral dank aan alle donateurs voor het bij elkaar brengen van zo’n fantastisch bedrag!



Groet + X



Quirijn



Naschrift

Op de tweede koersdag vond het FD het nodig om een tendentieus, onjuist en populistisch artikel over Alpe D’HuZes te plaatsen. Volgens dit journalistiek weinig verantwoorde artikel zou er geld op de plank blijven liggen. Ik vind het belangrijk even aandacht te vestigen op de feitelijke situatie rondom de donaties aan Alpe D'HuZes. Naadje, kous, dat soort werk. 

Kort samengevat: Alpe D'HuZes kent een 100 procent anti-strijkstokbeleid en geeft méér geld uit voor de strijd tegen kanker dan er binnenkomt. Echter: niet aan feestonderzoekjes van theoretici die nog nooit op een patiëntenafdeling zijn geweest, maar aan toepasbaar onderzoek waar de patiënt iets aan heeft.

Talloze duimpjes omhoog voor alle donateurs, supporters, vrijwilligers en deelnemers. Eén vinger omhoog voor de broddeljournalisten van het FD.

http://www.opgevenisgeenoptie.nl/over_alpe_dhuzes/news_articleid/385

woensdag 22 mei 2013

Van rondje ringvaart tot Rooks

De wielrenner heeft geen goede naam. De profs kunnen het niet op eigen kracht en de amateurs jagen oude vrouwtjes de stuipen op het lijf op het fietspad. Voor het eerste lijkt men op de goede weg (en ik geniet er als liefhebber niet minder van de sport, maar dat terzijde), voor het tweede is eigenlijk maar 1 medicijn en dat is vroeg vertrekken.
Doelgroepen-fietspaden zijn er niet, maar wel wel doelgroepen-tijden. Dus alles na 11 uur zondagochtend vermijden. Dat laatste was ik onlangs voor een enkeltje Callantsoog even vergeten. Ik heb zelden zo vaak zo hard in mijn remmen moeten knijpen, maar heb me als een heer proberen te gedragen dus en voor degenen die dat anders hebben ervaren (mevrouw bij AH Soendaplein en meneer omgeving Bergen, volgende keer wel uitkijken he): vanachter mijn pc alsnog mijn welgemeende excuses.


Le Petite Steven Rooks
Enkeltje Callantsoog was overigens 1 van de zeldzame ritjes waarbij ik mijn beenstukken thuis kon laten. Nee, hier volgt geen monoloog over het weer maar het was wel weer even het heerlijke gevoel van een schitterende route en mooi weer. 
Anders was een recent uitstapje naar de Ardennen met collega Wijnand en zijn fietsmaatjes. Voorspellingen waren van kaliber moesson (dagen voorafgaand een de fietstocht uiteraard zon en 20 graden...) dus ik had er zin in. Gelukkig liet de regen ons het grootste deel van de 90km met rust en konden we genieten van Le Petite Steven Rooks: een oefenrondje voor de toertocht Steven Rooks Classic. Inmiddels omgedoopt naar Klimclassic, ongetwijfeld vanwege ongewenste associaties met snoepende oud-renners. Jammer, want de associatie met deze oud-renners maakt de tocht vaak nog een tandje heroischer, iets als dat als Rooks of Theunisse hun zegen aan de route hebben gegeven het wel onmenselijk zwaar moet zijn.
Maar terug naar mijn fietsvrienden-voor-1-dag: in 1 woord fantastisch. Behoorlijke niveauverschillen in de groep maar dat mocht de pret niet drukken en ik kon mooi mijn krachten meten. En dat viel niet tegen, klimmen gaat uitstekend alleen het duurvermogen mag nog wel wat worden opgepoetst. Lunchen net 2 minuten voor het beklimmen van de Redoute (...) en biertje als afsluiter in Eijsden.

Ringvaart
Maar het leeuwendeel van de (solo...) kilometers werden afgelegd in een omgeving met wat minder wielren-historie. De Haarlemmermeer om precies te zijn. Laatste wapenfeit was een rondje ringvaart, voor veel wielerliefhebbers een klassieker onder de trainingsrondjes. 64km, gewoon het water volgen (en dan natuurlijk nog twijfelen of ik wel de goede route reed, ahum...) en een net gemiddelde van 29,9kmh. 

En dan nu echt de laatste loodjes. 2 weken nog, en de voorbereiding was er 1 van zin maken. Wachten op fietsweer? Eindeloos spinnen, beenstukken, armstukken, winterhandschoenen, talloze keren fiets schoonmaken: genieten van wielrennen komt pas in het AD6-naseizoen en natuurlijk op de Alpe zelf. De laatste voor mij, en dat geeft het wel een speciaal tintje. Ik weet wat er komen gaat en ik weet dus ook dat het weer een ervaring zal zijn die je voor de rest van je leven bij blijft. En dan zijn die  paar druppels regen snel vergeten.
Ik ben klaar, klaar voor de Alpe. 


T minus 31 days and counting

En toen was het nog precies een maand. Een maand voordat Alpe D’HuZes 2013 gaat plaatsvinden. Iets meer dan een maand ook, sinds mijn laatste verslag. Betekent dit dat er niets gebeurd is sinds de laatste keer? Verre van. Ik had echter alle tijd tussen m’n trainingen nodig om op te warmen. Een gevolg van het Siberische voorjaar. Maar nu de lentezon dan eindelijk door lijkt te zetten, zijn m’n vingers op een dusdanige temperatuur dat ik ze kan inzetten om kort verslag uit te brengen.

De maand april: wind, kou en squash

Hoe laat de maand april zich op het gebied van trainingen het beste omschrijven? Ik zou kiezen voor een omschrijving waar in ieder geval de woorden ‘belachelijk koud’ en ‘abnormale wind (tegen)’ in voor komen. Alle andere aanvullingen zijn eigenlijk overbodig.

De maand april begon zowaar met een tweetal buitentrainingen. Eén redelijk lange D1 leidde mij via de IJmuiden naar de Westpoort, vanwaar ik om de Haarlemmermeer richting Noordwijkerhout en vervolgens Bloemendaal reed. Kennelijk heb ik Aeolus, god van de winden, ooit ergens zo verblijd dat hij de wind keurig aan mijn route aanpaste. Zo startte ik met wind tegen, had ik het gehele middenstuk wind tegen en draaide ik ook het laatste deel keurig tegen de wind in.

April was nog geen zes dagen oud toen ik alweer naar binnen kon. Enerzijds voor m’n noodzakelijke intervaltrainingen (die buiten echt nagenoeg niet uit te voeren zijn), anderzijds omdat het kwik weer ver wegzakte. En dus vond ik mezelf al weer snel in een schemerige zaal terug, gestationeerd op een statieffiets, kijkend naar The dog whisperer, balend van ons klimaat. Dit alles terwijl buiten de gure voorjaarswind gezellig om het pand gierde.

In de tweede week van april kon ik zowaar twee keer op de fiets naar m’n werk. Dit bracht me toch weer een ruime honderd buitenkilometers, waarvan ruim vijftig tegen de bulderende wind in. Het glas was dus, zeker gezien de eerdere weken, nagenoeg halfvol.

De derde week van april was er nog immer één van de winterbroek en het met windstopper gevoerde jasje. Vooral in de ochtenden was het simpelweg koud. Neemt niet weg dat ik tot vier buitentrainingen ben gekomen. Door de kou en de nog steeds belachelijke wind was het echter nog steeds erg moeilijk in te schatten waar ik nou stond op het gebied van conditie en kracht. In de sportschool trapte ik hoge wattages, m’n herstel leek goed te verlopen, na een inspanning daalde m’n hartslag snel en ik kon redelijk lang gewenste vermogens trappen. Buiten was er echter geen peil op te trekken, omdat de belachelijke wind en de kou m’n prestaties en m’n conditionele beeld vertroebelde. Zes juni naderde gestaag, waardoor de onzekerheid over m’n gestel nagenoeg lineair meegroeide.

De derde week van april was er tevens één van <LINK> Alpe D’HuSquash. Samen met mijn teamgenoot Dion, m’n squashclubgenoot Marije en squashcentrumeigenaar Marcel hebben we een open squashtoernooi georganiseerd. Dit was in alle opzichten een doorslaand succes. Er deden ongeveer veertig deelnemers mee (wiens inschrijfgeld aan Alpe D’HuZes ten goede komt), er waren door verschillende ondernemers prachtige prijzen voor de loterij ter beschikking gesteld (waarvan de opbrengsten aan Alpe D’HuZes ten goede komen), het was een prachtige dag (wat het tussen de wedstrijden door op het terras vertoeven aangenaam maakte) en ik kon na het toernooi 4 dagen niet meer lopen (wat misschien eigenlijk minder handig was…) Hoe dan ook: ons doel (veel geld ophalen) is bereikt: aan het einde van de dag konden we een opbrengst van ruim 1200 euro melden. Vanaf deze plek nogmaals dank aan alle deelnemers en sponsoren.

En toen de laatste week van april en de eerste week van mei. Het onmogelijk geachte gebeurde: de temperaturen klommen gestaag. Ondanks de onderbrekingen van Koninginnenacht en –dag en 4 en 5 mei voldoende aangename uurtjes om lekker te trainen. En zo geschiedde. Ik heb klimtrainingen op het Kopje van Bloemendaal kunnen doen, waarbij ik meerdere keren achter elkaar op het buitenblad boven kwam. Qua kracht zit het dus aardig. Ook heb ik D2-trainingen kunnen doen waarbij ik met een relatieve lage hartslag flitspalen wist af te laten gaan en ik heb zowaar aardige afstanden kunnen draaien. Misschien nog wel belangrijker: ik heb weer iets van m’n geduld op de fiets weten terug te vinden. Waar het, mede door de barre omstandigheden, de laatste weken bijna niet lukte om lang op de fiets te zitten, ging dit met name gisteren zowaar weer eens goed. Anders dan de voorbije weken heb ik niet steeds naar gemiddelde hartslag en snelheid zitten turen, maar ben ik gewoon gaan rijden. Heerlijk door de duinen naar IJmuiden, van IJmuiden naar Bloemendaal, van Bloemendaal naar Langevelderslag, door naar Noordwijk, door naar Katwijk, richting Wassenaar en door naar Den Haag. Het gejaagde gevoel van ‘op m’n top rijden’ wist ik overboord te zetten, ik accepteerde het een keer ingehaald te worden door een andere fietser en ik heb bij Den Haag zowaar even op een terrasje een kop koffie gedronken. Grote overwinningen op mezelf, ik had namelijk de laatste maanden steeds een gevoel dat ik sneller en intensiever moest, waardoor ik eerder stuk zat en dus niet aan echt lange tochten toe kwam. Daar was nu geen sprake van, en voor het eerst sinds best een lange tijd beleefde ik fietsen weer als ontspannend.

Op de terugweg draaide de wind zowaar een keer niet mee en had ik deze dus in de rug richting huis. Mede hierdoor kon ik aardig de vaart er in houden. Binnen een mum van tijd stond ik alweer in Bloemendaal, alwaar ik nog even heb overwogen om door te steken in de richting van het kanaal, Wijk aan Zee en Bergen. De zon werd echter al wat warm en de hoeveelheid mensen die ik moest uitleggen dat de belijning in het midden van de stroken asfalt geen ‘ideale lijn’ maar een afscheiding tussen tegemoetkomende rijbanen is nam al flink toe. Omwille van eenieders fietsplezier en (vooral m’n eigen) veiligheid besloot ik maar om huiswaarts af te buigen, waar ik enige minuten later voldaan uit m’n pedalen klikte. Ik besloot toch even een blik te werpen op m’n fietscomputer, welke mij tot mijn (positieve) verbazing vertelde dat m’n gemiddelde slechts 0,4 kilometer lager lag dan m’n ‘normale’ gemiddelde. Daar heb ik me dus al die maanden door mezelf voor laten opjagen…

Het belangrijkste is dat ik, onder normale omstandigheden, behoorlijk op schema lig. Ik heb m’n trainingsgegevens van voorgaande jaren naast die van dit jaar gelegd en die bevestigen dit. Dus, als de weergoden nu uitgeëxperimenteerd zijn, de temperaturen normaal blijven en de wind iets afneemt, moet het helemaal goed gaan komen. Zes juni begint te kriebelen!

maandag 29 april 2013

Alp d'husquash


Alp d'husquash squashen voor kwf geniaal toch?

Samen met twee toppers organiseerde ik een toernooi en dat werd mede mogelijk gemaakt door onze club "Squash Hillegom".

We hadden ongeveer 40 deelnemers die lekker tegen elkaar konden squashen.

Na het squashen konden de mensen lootjes kopen voor de loterij. De hoofdprijs was een ballonvaart voor twee personen. Een dagje varen en ook eens te laten zien hoe hoog wij als fietsers moeten klimmen om de top van de alp te halen.

Verdere prijzen, fietscomputers,een racket, onderhoudsbonnen voor de fiets, kippenbonnen,plantenbonnen, knipbeurten,bonnen van een schoonheids salon, kledingbonnen etc etc. Genoeg mooie prijzen dus.

Mooie prijzen en die wilde eigenlijk iedereen wel winnen dus veel loten verkocht.
Overheerlijke verse muffins, gemaakt door mijn collega zijn vriendin, werden voor 1 euro verkocht.

Elke deelnemer kreeg na afloop ook nog een bosje tulpen mee, want hun waren/zijn natuurlijk ook winnaars.

Mooie zonnige dag met veel leuke mensen die het naar hun zin hadden geweldig toch??
Ikke helemaal blij dat het een geslaagde dag was.

De opbrengst is 1206,20  eurie voor kwf.
We besluiten het te delen door drie zodat we allen het streefbedrag kunnen halen.   SUPER!!!

Tom tom voor de fiets gevraagd


Vandaag even lunchen bij mijn oma, Amersfoort is niet echt om de hoek, dus dat wordt een lange tocht. 's Ochtends even gekeken hoe ik daar moet komen, Mijdrecht, Hilversum, Soest, Amersfoort heen en Utrecht, Woerden, Bodegraven terug, lijkt makkelijk te vinden zou je zeggen!

Helaas zijn de wegwijzers voor fietsers in dit land niet zo goed als voor de auto! Ze denken dat je van iedere stad naar het Centrum wil, maar als je ergens anders heen wil, is het Utrecht volgens mij! Iets anders vind je niet op de borden in de steden, hoe je van Hilversum in Soest komt is een vraagteken, waarschijnlijk via Utrecht. Zelfs als je van woerden naar Bodegraven wil moet je via Utrecht, terwijl ik daar net vandaan kwam!   

Uiteindelijk na een stuk of 20 keer de weg gevraagd en 165 km achter me gelaten, lekker gelunched bij mijn oma en weer thuis gekomen. En dat met maar een 20 km omrijden ten opzichte van Google Maps. Een mooi rondje dus maar uiteindelijk hadden mijn benen graag 20km minder gehad!