maandag 31 december 2012

Sportmedische keuring


Vandaag de sportmedische keuring.
Geen idee wat het in houd dus ik ga er gewoon ontspannen heen. Eenmaal aangekomen begint er spanning te komen. Het begint met een paar tests en metingen.

lengte is :190 centimeter
gewicht is : 89 kilogram ( jeh was 93 nu al top haha)
Bmi is : 24.7
vetpercentage is : 19.4% (doormiddel van diverse huidplooimetingen)
optimale vetpercentage is : 17% (moet dus iets vet verliezen)

Na diverse andere tests mag ik eindelijk fietsen.
En ik zit, wat een klo.. rot zadel zeg. Het fietsen is eigenlijk een makkie je begint te fietsen en voelt haast geen weerstand. De arts verteld dat ik zo rond de 90 omwentelingen moet maken en niet onder de 60 mag, want dan is de test afgelopen. Na een paar tellen begint de weerstand te komen en meer en meer. Ik vraag nog even hoelang ik moet fietsen maar de arts zei "tot het einde, tot je niet meer kunt".
Het ging lekker de arts had gezegd (door berekening) dat ik rond de 360 watt uitkomt. Het ging zo goed dat ik zelfs uitkwam op 390 watt, haha goed gevoel maar geen idee wat het inhoud.

uw hartslag in rust is 57 slagen per minuut
uw maximaal behaalde hartslag is 182 slagen per minuut.
uw prestatie is : boven gemiddeld

Oke prestatie boven gemiddeld mag ik dan even blij en trots zijn op mezelf?  jaaaa heerlijk om even te horen zeg.
Beide benen op de grond houden Dion dit was een stukje fietsen op de home trainer en niet De ALP H6.
Ook een mooi zin,
 De conclusie voor deelname aan ALPE d'HuZes na het uitvoeren van een Screening basaal plus is: GOEDGEKEURD.

Mijn omslagpunt is ongeveer 90% van mijn maximale hartslag dus dat is ongeveer 164.
Wat is het omslagpunt?
Het omslagpunt is de hartslag waarbij het lichaam over gaat van aerobe verbranding van koolhydraten (verbranding met zuurstof) naar anaerobe verbranding van koolhydraten (verbranding zonder zuurstof). Bij anearobe verbranding komt er melkzuur vrij waardoor je benen verzuren. Een inspanning met anearobe verbranding hou je maar korte tijd vol. Door onder het omslagpunt te blijven voorkom je dat je benen verzuren. 
Kom je boven deze hartslag, dan merk je dat je benen als het ware vollopen en dat je het tempo moet laten zakken. 

Conditionele advies: omdat je Ad6 4-6 keer wil doen met name ook d1 trainingen te doen. (lange duur 2-4 uur met lage intensiteit. En dat ga ik zeker doen als het weer beter is rond februari.

Kerstdagen erop en pijnlijke scheenbeen

De kerstdagen zitten er weer op. Het spinnen was even gestaakt door de feestdagen ,maar ook door een blessure. Vier dagen koelen van de scheenbeen doet weer wonderen. Door te veel te willen en niet luisteren naar je lichaam werd de gevoelige spier een pijnlijke spier (tegen ontsteken aan).Het vervelende eraan is dat morgen de TEST dag is '' De sportmedische keuring''. Het pijnlijke is er vanaf nu alleen nog wat stijf en ik ben nu wel wat onzeker over de spier. Even morgen afwachten hoe het gaat en zondag maar weer even spinnen.

zondag 16 december 2012

Winnen op de Alpe d'Huez

Alpe d'Huez. Onze berg, in 2013 centraal in de 100-jarige Tour met twee beklimmingen op één dag. Voor Nederlandse successen moet we echter iets verder terug in de geschiedenis, naar Peter Winnen bijvoorbeeld. Andere Tijden Sport maakte er een mooie docu over, even wegdromen op deze druilerige zondag...
Hier klikken voor tijdreis naar 1981

dinsdag 13 november 2012

...en weer van de partij!!

Tja, al het goede komt in drieën zullen we maar zeggen en dus gaat Team RAI ook in 2013 de berg te lijf! Waar de Tour in 2013 op 2 beklimmingen blijft steken zijn er aan aantal teamleden die voor de 6 gaan. 8 m/v staan dus te trappelen (we stellen ze binnenkort aan u voor, eerst nog even de bordesfoto maken) en het hele goede nieuws voor het team is dat we nu wel op de lange dag zitten en dus onze sportieve ambities kwijt kunnen. 6 juni 2013, 04.30 uur, Bourg d'Oisans, wij zijn weer van de partij.

woensdag 27 juni 2012

Schitterende impressie!

Veel aandacht in de media voor Alpe d'HuZes: liefst 6,6 miljoen Nederlanders hebben iets meegekregen van de uitzendingen op 6 & 7 juni, en Alpe d'HuZes is als actie zelfs bekend bij 12,9 miljoen landgenoten.
De NCRV-reportages hoef ik dus niet meer te posten want die kennen jullie al, maar er is meer. Ondermeer deze schitterende impressie...

zondag 17 juni 2012

Alpe d'HuZes, het vervolg

Alpe d'Huez, woensdag 6 juni, 7.00 uur. In Résidence Le Cristal de l'Alpe gaat de wekker en meteen kijken of de weersvoorspellingen uitkomen. Waterig zonnetje notabene, dat geeft de fietsende burger moed! Er heerst een gezonde spanning in het appartement (wat trek ik aan? is er al ontbijt gehaald?!) maar iedereen staat stipt 09.00 uur klaar voor de afdaling naar de start in Bourg d'Oisans. En voor de eerste regendruppels... Druppels worden een fikse bui en dus zijn de eerste 14km dalen geen bijzonder prettige ervaring. Koud tot op het bot en een halve centimeter remblokjes later staan we af te tellen voor de start en als door een wonder valt samen met het startschot ook de laatste regen van de dag. 
Op naar de eerste klim: Quirijn en Peter verdwijnen al snel uit beeld, ik vind een goed tempo-maatje in Joost en samen klimmen we in een kleine anderhalf uur naar de top. Vriendin Mildred neemt haar rol als soigneur serieus en vult bidons en schotelt ons een verse banaan voor. Vanwege het krappe schema geen lange pauze, op naar de afdaling met een nog behoorlijk nat wegdek. Beetje rustig aan dus, op de dinsdag al een wielrenner op het asfalt zien liggen op de Col de Sarenne (fraaie sluiproute naar Alpe d'Huez) en daar wil ik me niet bijvoegen. Benen voelen goed, op dinsdag met Quirijn al een proefklimmetje gemaakt vanaf de 'Nederlandse bocht' nummer 7 en dat ging ook al voorspoedig.
Bidons vol, windjack aan, klaar voor 20 minuten afdalen!
Joost boven op de berg uit het oog verloren, op naar de tweede klim. Draait soepel, weg droogt op en de sfeer is uitstekend. Prima sfeertje overigens ook de afgelopen dagen. De dinsdag voor de Alpe d'Huzes besteed aan het ophalen van startnummers, het regelen van de laatste kledingstukken, het stapelen van calorieën, het verkennen van de omgeving en natuurlijk het poetsen van het materiaal. Dit laatste is een niet te onderschatten onderdeel van de voorbereiding. Emmertje met sop, en heerlijk in het zonnetje de boel laten glimmen. In het poetsen vind ik een goed maatje in Quirijn, wiens lovebaby fiets op speciaal verzoek de heenreis zelfs in de auto heeft doorgebracht. 
Assistent Tekstra houdt het wiel wel even vast hoor
That's me!
Afijn, klim 2 gaat soepel over in afdaling nummer 3, en inmiddels is de weg droog en de temperatuur goed dus kan het gas open naar beneden. Ondanks het respecteren van 45km/u snelheidslimiet (...) toch in 20 minuten weer beneden aan de meet. Aan het einde van klim 3 kom ik een kreupele Quirijn aan, kort daarna gevolgd door Peter die (net als in 2011) behoorlijk last heeft van kramp. Beide gaan liever alleen verder en dus vervolg ik ook mijn weg, op naar de laatste bevoorrading door mijn lief.
Neem je m'n bidon even aan, schat?
Beklimming 4: gelukkig blijft de nek- en rugpijn uit die in 2011 de laatste beklimmingen iets minder prettig maakten. Regelmatig even rechtopzitten en even staand klimmen zorgt voor de broodnodige variatie voor de rug. Ik maak van klim 4 een leuke laatste ronde en knoop links en rechts een praatje aan en geniet voor de laatste keer van het waanzinnige enthousiasme van het publiek. Ik tref bij bocht 13 teammaatje Gertjan zittend op het asfalt aan, bij hem is de puf er even goed uit. Hij neemt de tijd en ik ga alleen verder, later hoor ik dat hij nipt op tijd zijn laatste beklimming heeft afgerond. Klasse! En dan dus de laatste doorkomst, het blijft toch heel bijzonder dat je hier even als in de Tour mag wanen. 
's-Avonds eten we met het hele team + support in een bodega (tja, je bent niet iedere dag in Frankrijk) en wisselen we verhalen uit. Het was een waanzinnige week, niet in de laatste plaats dat we dankzij vele gulle donateurs en de inzet van het team ruim 18.000 euro bijeen hebben gefietst. Ben ik daar trots op? Daar ben ik heel trots op!! Volgend jaar weer? Hmmm, 6x de Alpe op een dag is verleidelijk, dus als we volgend jaar een startplek mogen claimen op de 'lange dag' denk ik er over na...



vrijdag 15 juni 2012

Mijn AD6-beleving


Vier dagen na het rijden van mijn Alpe d'HuZes zal ik proberen mijn ervaringen op jullie over te brengen, want wat was het een week!
Maandagmiddag kwamen we aan in Bourg d'Oisans, het laatste dorp voordat je omhoog rijdt naar Alpe d'Huez. Ons appartement was bovenop de berg dus wij gingen ook naar boven, gelukkig wel met de auto. Er waren al aardig wat fietsers te zien. Eén fietser viel mij op omdat hij op een vlak stuk al in het lichtste verzet aan het trappen was. Ik dacht bij mijzelf: "zo komt hij er nooit op". We hadden de fietser nog niet ingehaald of het was mij duidelijk waarom hij al in het lichtste verzetje aan het trappen was: daar begon de klim! Ik bedacht mij gelijk dat het eigenlijk heel naïef is om in Nederland, zonder dat je ook maar één keer de berg hebt gezien, te zeggen dat je er wel drie keer op klimt.  
Dit zou dus nog wel eens een zware dobber kunnen worden!
Eén grote onzekerheid was het weer op de woensdag. Alle kanalen werden bekeken, maar iedere Gerrit Hiemstra voorspelde een ander weerbeeld. Dat was lastig, ik fiets eigenlijk alleen met mooi weer en ben daarom niet in het bezit van arm- en beenstukken en speciale regenkleding. Gelukkig was er een winkel waarin alle officiële kleding van de Alpe d'HuZes werd verkocht. De armstukken leken mij wel goed genoeg. Je benen kunnen er wel tegen, tenminste dat zegt mijn moeder altijd.
Het was koud en nat! We fietsen rond 08:45u vanuit Alpe d'Huez naar Bourg d'Oisans en we pakten gelijk al een natte sneeuwbui mee. Tegen die tijd dat we beneden waren, liep het water me in de sokken. Het half uur voor de start heb ik klappertandend doorgebracht. Dit was geen goed begin.
Rond 10:15u klonk het startsignaal voor ons tijdvak. We reden weg uit Bourg d'Oisans door een haag van mensen die ons toejuichten. Heel indrukwekkend! Na drie bochten had ik het al aardig warm en mocht eindelijk het natte regenjasje uit. Ik riep nog naar Gertjan: "Dit was toch het ergste?" In theorie misschien wel waar, maar als je daar fietst dan merk je weinig verschil. Mijn kilometerteller kwam sporadisch boven de 7km p/u uit en mijn hartslag was constant boven de 95%, alles bijelkaar was dit niet echt motiverend. Wat wel motiverend was, waren de mensen langs de kant. Ze riepen je naam en moedigden je aan. Heel leuk om een keer mee te maken! 
Toch kwam er geen einde aan. In bocht 7 heb ik een banaantje gegeten en ergens daarna kreeg ik last van mijn bovenbeen. Dit werd steeds erger en ook het enige waar ik nog maar aan kon denken. Helaas heb ik dus niet meer kunnen genieten van het moment dat ik Alpe d'Huez inreed of het moment dat ik om 12u over de finish reed. Het enige wat ik wilde was een fysiotherapeut. Gelukkig kwam ik haar vrij snel tegen en na een arm om mijn schouder, dikke tranen van mijn kant en een half uur masseren van haar kant was de conclusie dat er een scheurtje in mijn spier zat. Het zat erop.... Ik had zeker geen drie keer gered, maar twee keer had me wel gelukt. Het voelde dus als een deceptie.
De rest van de dag en de complete donderdag heb ik mij ontpopt als een ware supporter, helaas wel zonder stem want die was ik vanaf maandag al kwijt. Het is heel bijzonder om te zien hoe jonge kinderen, handbikers, wandelaars, hardlopers en wielrenners zich inzetten voor de/hun strijd tegen kanker. Sommige pakken hun moment door het publiek op te jutten en anderen wijzen alleen maar op een foto die ze de hele weg hebben meegedragen.
Kortom beide ervaringen waren zeer bijzonder. Als je mij woensdag vroeg, doe je volgend jaar weer mee dan had ik nee gezegd. Als je het mij donderdag had gevraagd, dan had ik ja gezegd. Voor nu is het antwoord dat ik er zeker nog wel over na wil denken, maar als ik het doe er nog wel drie tandwielen bij moeten!

zondag 10 juni 2012

Een berg gevuld met helden


‘Zes, vijf, vier, drie, twee, een, *pang*!’ Onder luid gejuich wordt het startschot voor Alpe D’HuZes 2012 gegeven. Het peloton aan renners zet zich langzaam in beweging door de straten van Bourg d’Oisans. De rillingen van de kou (velen van ons komen uit een afdaling waarin de temperatuur bijna 10 graden is gezakt terwijl de hoeveelheid neerslag met eenzelfde factor toe is genomen) maken binnen een mum van tijd plaats voor rillingen van emotie. Als we langzaam door de straten van dit kleine dorpje rijden rolt een golf van applaus ons tegemoet. Werkelijk duizenden mensen staan langs de kant, sommigen met fakkels of kaarsen, anderen met foto’s van dierbaren. Allen schreeuwen ze de groep renners gelukswensen toe – eenieder draagt op deze manier zijn steentje bij aan de te leveren prestaties. Achter dit kippenvel bezorgende plaatje doemt de berg op waar het vandaag moet gebeuren: l’Alpe d’Huez.

Vanaf de rotonde draaien we naar links in de richting van bocht 21. Het wegdek vindt al snel haar weg naar boven en het hellingspercentage dat hiermee gepaard gaat slaat het deelnemersveld flink uiteen. Ik hou m’n hartslagmeter scherp in de gaten en weet redelijk soepel onder m’n omslagpunt te blijven. Ik tel rustig de bochten af en voor ik het weet beland ik in ‘de Nederlandse bocht’ (bocht 7). Het applaus, de hartverwarmende aanmoedigingen, de DJ – het geeft de verschillende renners en hardlopers vleugels. Vanaf dit punt klim je eigenlijk alleen nog maar tussen het rijendik opgesteld publiek, de aanmoedigingen hiervan geven vleugels. Nog geen half uur later bereik ik de top van de berg. De ambiance vanaf bocht 1 is werkelijk kippenvel bezorgend. Een gejuich, een geklap, de foto’s, de fakkels: je weet niet wat je overkomt. Ik heb het idee dat ik scherp rij, en wil proberen om dit punt op de berg conform mijn doel nog vier keer te halen. Snel naar beneden dus!

Na een vlotte afdaling pak ik bij de bevoorradingspost m’n bidon om deze te vullen met water. Als ik opzij draai voel ik echter iets scherps in m’n onderrug. ‘Shit, m’n pompje valt’,  denk ik bij mezelf. Ik grijp snel onder m’n regenjasje om dit te voorkomen. Tot mijn verbazing valt er echter niets en zit alles zelfs nog in de zakken waarin ik het ‘s ochtends gestopt heb. Ik besluit hier maar niet te lang bij stil te staan, en rij nog geen minuut later over de tijdsregistratiematten. Klim twee: here I come.

Het steile stuk van de tweede klim loopt soepel en goed. Ik zit op een keurige 155 hartslagen en peddel rustig naar boven. Na bocht 17 voel ik me echter wat vreemd. Ik kan me niet concentreren op m’n cadans en m’n been voelt raar. Het lijkt wel alsof het slaapt. Ook krijg ik er minder kracht uit. ‘Ok, focus’, denk ik bij mezelf. ‘Liedjes zingen, maar niet hardop, anders gaat men twijfelen of je wel goed bent’. Ik laat Stairway to Heaven, Maria Magdalena en de Bassie & Adriaan-themesong in gedachten passeren. Ik trap echter nog steeds niet lekker. M’n ene been slaapt en het andere begint pijn te doen, net als m’n rug trouwens. Het voelt alsof een kleine kabouter met een grote hamer een enorme spijker in m’n wervel staat te rammen – een gevoel dat ik tot mijn genoegen nog nooit eerder gehad heb. Temidden van de langzaam neerdalende zwarte sneeuw rij ik naar boven. Ik kijk op m’n hartslagmeter: m’n hartslag is nog onder controle, dat is het belangrijkste!

Mijn tweede klim duurt een kwartier langer dan de eerste, een verval dat me zorgen baart. Wat me echter nog meer zorgen baart is m’n been, dat inmiddels van ‘licht tintelend’ naar ‘niet meer bewust aanwezig’ is gegaan. Hopend dat ik tijdens de afdaling verbeter draai ik onder de finishboog door en schiet ik de afdaling in. Deze wordt me echter bijna fataal. Ik heb zo weinig kracht meer in m’n rug en been dat ik helemaal niet meer goed kan corrigeren. Ik beland in bocht 4 tussen de koeien en in Huez schiet ik een oprit naast het parcours op. Ik begin me zorgen te maken, dit stond niet in het routeboek, noch in mijn eigen planning!

Beneden aangekomen zijn mijn heup en onderrug gestopt met een beetje pijn doen. Ik hoop maar dat ik dit eruit rijd tijdens mijn derde klim. Ik stuur daarom snel op bocht 21 af, en lijk heel even mijn hoop bewaarheid te zien worden. In bocht 15 blijkt niets minder waar: de pijn wordt alleen maar heviger, m’n been alleen maar nuttelozer en de hopen zwarte sneeuw alleen maar talrijker en hoger. Ik weet me met nog een kwartier verval naar boven te ploeteren, maar ben hierbij inmiddels wel van voren vergeten dat ik vanachter leef. Ik wil overgeven van de pijn, maar durf niet af te stappen bij gebrek aan twee functionerende benen. Kronkelend van de pijn bereik ik de top. Ik weet eigenlijk dat het voorbij is, dat het echt niet gaat om op deze manier opnieuw te dalen. Toch probeer ik het, zij het een klein stukje. Ik pak m’n stuur onderin de beugel en voel direct een steek via m’n onderrug doortrekken naar m’n nutteloze been. Ik stuur bijna de berm in omdat de controle over m’n fiets weg is. Ik kan niet veel anders dan de remmen dichtknijpen. Ik grabbel m’n telefoon uit m’n achterzak en bel naar huis. ‘Hey! Hoe gaat het? Je rijdt strak man!’ hoor ik opgeruimd aan de andere kant van de lijn. ‘Ik ga het niet halen, ik kan niet meer dalen, m’n rug’, weet ik nog net in de richting van Nederland te snikken. Mijn Alpe D’Huzes 2012 eindigt hier, op een parkeerplaats na de finish. De dokter zal me later die middag uitleggen dat een verschoten ruggenwervel tussen mij en mijn gestelde doel in staat.

Donderdag 7 juni: Helden bestaan – ‘Hou vol manneke van anderhalf’ – een staande ovatie voor Sjoerd
Na een nacht vol teleurstelling, pijnstillers en anderssoortige niet thuis te brengen pillen is het donderdag tijd voor de langste AD6-dag. Vanaf half vijf zijn de eerste helden en heldinnen in gevecht met de berg. Allemaal met dat ene doel voor ogen: zo veel mogelijk geld ophalen voor KWF. Ik begin bij de dokter en de manueel therapeut. Een draai aan m’n been doet m’n ruggenwervel vervaarlijk kraken. Gevolg is wel dat ik me ‘losser’ voel, alles op zijn plaats lijkt te schieten en ik me kan gaan toeleggen op datgene mij gisteren zo geholpen heeft: juichen en aanmoedigen tot je erbij neer valt. Ik ga met de gondel naar Huez en probeer hier de verschillende helden en heldinnen zoveel mogelijk bij te staan. De aangename warmte heeft het inmiddels afgelegd tegen de zinderende hitte, en ik ben snel door mijn water, bananen en gelletjes heen. Gelukkig kunnen hierdoor wel weer een paar ijzervreters door, iets waar het vandaag om gaat. Voordat ik koers zet richtig de gondel naar de finish word ik ingehaald door Suzanne. Suzanne is 9 jaar en loopt met haar moeder de berg op. Negen dus. 1000 hoogtemeters. Negen jaar oud. 30 graden. En dan hebben mensen bewondering voor Batman…

Boven op de top is het nog drukker dan gisteren. Voorzichtige sporen van vermoeidheid hebben inmiddels plaats gemaakt voor genadeloze grimassen van het afzien. Leontien komt met haar team boven, en daar is ook Michael Boogerd. Hij heeft voor de gelegenheid zijn ‘La Plange’-gezicht opgezet: mond en shirt open, gutsend zweet en strak gespannen spieren. Ook voor de wat bekendere helden doet deze dag pijn.

De emoties op de bergtop nemen een vlucht als de verschillende deelnemers voor hun laatste keer boven komen. Niet alleen vanwege het afzien, maar ook vanwege de dierbaren waarvoor eenieder het doet. Er komen mensen binnen die ledematen missen, mensen die te veel dierbaren moeten missen, deelnemers die bang zijn dat dit gebeurt en bovenal deelnemers die willen dat dit in de toekomst niet gebeurt. Sjoerd komt boven, krap zeven jaar oud. Duizenden mensen klappen hun handen stuk voor deze jonge held. Ik zie Suzanne met haar moeder binnen komen. Haar rest niets dan een oorverdovend applaus Achter haar rijdt een man met een ketting om. Zijn deel van het applaus doet zijn onderlip trillend naar binnen krullen. Aan zijn ketting hangt een kartonnen kaartje voor zijn zoon. ‘Hou vol manneke’ staat er op. Daarachter staat zijn leeftijd: anderhalf jaar oud.

Ondanks de teleurstelling over mijn blessure kijk ik met een heel positief gevoel terug op Alpe D’Huzes 2012. De emoties en het verdriet dat in zo’n omvang overal is maakt het niet alleen maar leuk, maar de enorme saamhorigheid en vastberadenheid van alle deelnemers, organisatoren, vrijwilligers, publiek en donateurs stemt positief. Ik heb deze week veel uitingen van onrecht, onmacht en verdriet gezien, maar bovenal veel wil en opofferingsgezindheid om hier tegen te strijden. Ik hoop in 2013 weer van de partij te mogen zijn om mijn revanche op de berg te kunnen nemen. Bovenal hoop ik opnieuw een steentje te mogen bijdragen aan het bevechten van al het verdriet waarvan ik deze week zoveel uitingen heb gezien.

Publiek, donateurs, vrijwilligers, organisatie: er rest mij niets dan een diepe (door omstandigheden extra-pijnlijke) buiging. Dank voor deze prachtige week, alle steun en plezier en graag tot 2013!

zondag 3 juni 2012

Op naar de Alpe!

Poeh, druk dagje zullen we maar zeggen. Aftrappen met een familiebezoekje in Friesland, en thuis als de sodemieter aan het inpakken geslagen. Quirijn kwam met een iets te bruin hoofd het resultaat van zijn vakantie even showen en zijn fiets afgeven, en ik een enorme stapel (4 fietsbroeken voldoende...?!) kleding verstouwen en toen de auto te lijf.
Hmm, zo'n Touran is ruim maar kent ook z'n grenzen. Op naar de garagebox dus om de skibox af te stoffen. Vrees dus dat de nette Greendriver-score van RAI Vereniging met 4 volwassenen, skibox en 2 fietsen op de trekhaak een flinke knauw krijgt. Sorry collega's...


Maar we hebben er zin in, en het allerbelangrijkste: we hebben dankzij alle gulle sponsoren nu al ruim 17.000 euro binnengehaald met ons team! Supertrots, zonder nog maar één hoogtemeter in de Alpen te hebben gemaakt. Maar daar gaan we woensdag aan werken.


Nieuwsgierig naar onze verrichtingen? Jullie kunnen ons volgen op http://live.opgevenisgeenoptie.nl/livetijden, ons team heeft nummer 1202.
Op woensdag 6 juni om 19.30 uur en donderdag 7 juni om 19.00 uur zenden de NCRV en de NOS een live-verslag van de Alpe d’HuZes uit op Nederland 1, en ook zijn op radio 2 veel uitzendingen gewijd aan het evenement. Bekijk hier de complete programmering.



Op naar Frankrijk!



dinsdag 29 mei 2012

Waarom fietsen we ook alweer die berg op?

Al eerder aangehaald: in de hectiek van de sportieve voorbereiding loont het de moeite om zo nu en dan even stil te staan bij het doel van dit evenement. En dat is de strijd tegen kanker.
En wie kunnen vaak complexe zaken het beste verwoorden? Juist!

De Ardennen


Het lange Hemelvaartweekend leende zich goed voor drie dagen fietsen in de Ardennen. Drie dagen heuvel op en heuvel af. Dit keer niet in de vertrouwde omgeving van Houffalize, maar in het Duitstalige gedeelte van de Ardennen.


De verwachting was dat vrijdag de beste dag zou zijn qua weer, dus we gingen er gelijk met goede moed op uit. Ruim 100km hadden we in gedachten en dankzij de kaartlezer hebben we een mooi rondje gereden van 120km. De route ging naar langs Spa, voordat we het wisten stonden we zelfs aan het begin van het circuit. De bewegwijzering in België laat helaas nog al een te wensen over.


Volgens de hoteleigenaar zou het zaterdag nog beter worden dan vrijdag, dus het complete zomerpak kon aan. De tweede dag hebben we weer 120km. Deze keer zijn we zelfs de Duitse grens over geweest. Op een gegeven moment hebben we zelfs een heel stuk over een fietspad gereden. Waar we ook nog redelijk wat avontuur tegemoet gingen. De route ging namelijk door een schaarsverlichte tunnel. Best spannend, helaas sloeg wel mijn fietscomputer er van op hol...


De laatste dag wilden we nog 60km fietsen voordat we weer de auto in zouden stappen. 300km in de Ardennen klinkt toch wel beter dan de uiteindelijke 260km. Helaas kreeg Joost een lekke band, gelukkig waren we nog niet heel ver vanaf het dorpje. Elk nadeel heeft zijn voordeel, of zoiets. De binnenband kregen we niet goed in de buitenband, waardoor we maar besloten om terug te gaan naar het hotel. Gelukkig overleeft zonder klapband.


We zijn weer een stukje dichter bij de dag waarvoor we hard aan het trainen zijn. Over twee weken zit het er zelfs alweer op!

maandag 7 mei 2012

Zuurstoftekort, tranen, talloze hartslagen en ingewikkelde vragen


Inmiddels staat de teller op nog een vrolijke ’36 dagen te gaan’.  Mijn trainingsschema loopt over nog minder dagen af – 11, om precies te zijn. Daarna is het gedaan met de voorbereiding, en begint het grote rusten in aanloop naar 6 juni. Normaal trek ik voor deze periode iets meer dan 7 dagen uit, maar de planning steekt daar dit jaar een stokje voor. Iets met ‘aanloop naar’ en ‘tussendoor nog op reis’. Mensen die willen zeggen dat dit niet handig is: nummertje trekken en achteraan aansluiten svp.

Nog 11 dagen dus. Dat is niet veel, zeker niet omdat ik verondersteld word een deel hiervan te verdoen aan slapen, werken, eten en wat al niet meer. Tussendoor moet de trainingsintensiteit tot het maximale worden opgevoerd. Ik heb deze de laatste twee weken al aardig opgevoerd, met een permanent dreunend hart en op gezette tijden stramme beentjes tot gevolg. Hoe ik hiertoe gekomen ben? Door een zooitje trainingen, die er ongeveer als volgt uit hebben gezien:

17/04/2012
Soort training? Interval
Locatie? Zuurstofarme, veel te hete en drukke sportschool. Fiets links van het middelste TV-scherm
Duur? 6 maal 90 seconden 700 watt, steeds onderbroken door 120 seconden naar lucht happen rust
Kost dat? Kleine 500 calorietjes. En waarschijnlijk drie jaar van m’n leven.
Leuk? Hangt van je definitie af..

20/04/2012
Soort training? Pittige D2
Locatie? Zuurstofloze spinningzaal. Fiets rechts achterin, naast het 10 vierkante centimeter grote luchtrooster (dat aan de andere kant dichtgekit is, maar dat terzijde)
Duur: 35 minuten
Kost dat? Bijna 6000 hartslagjes
Voor herhaling vatbaar? Tsja… Als je het aardig vindt om om 7 uur ’s ochtends paars van het zuurstoftekort in een donkere spinningzaal op een fiets te zitten wel ja.

22/04/2012
Soort training? Lange D1 – windkracht 1000 (tegen, uiteraard)
Locatie? Haarlem, Bloemendaal, Scheveningen, alles daartussen
Duur? Kleine 3 uur
Kost dat? Ruime 2500 calorietjes, bijna 28000 hartslagen
De moeite? Ja! Gaaf! Met snot voor de ogen tegen de wind in geploeterd. Pijn, tranen, continue willen afstappen en het toch mooi met een hoog gemiddelde rondbreien. Hier doen we het voor!

25/04/2012
Soort training? 2 keer D2
Locatie? Tussen huis en kantoor en tussen kantoor en huis
Duur? Om en nabij de 90 minuten
Bewonderenswaardig? Ehm, van de weergoden wel ja. Wist niet dat het zo hard kon regenen in Nederland.

27/04/2012
Soort training? Interval
Locatie? Weer dat zweterige, zuurstofloze spinningzaaltje
Beetje je best gedaan? 6 maal 90 seconden, afgewisseld met steeds 60 secondenhuilen  lage weerstand

29/04/2012
Soort training? Klimmen en klauteren op het kopje van Bloemendaal
Locatie? Raad eens…
Duur? Iets meer dan een uurtje
Wat heb je in die tijd gedaan? 5 keer het Kopje heen en weer. Twee keer staand, rest lekker blijven zitten.
Nog iets anders? Ja, er meedogenloos afgepierd door een dame die op de 11 naar boven ramde. Referentie: zij reed in een zucht bij mij weg, terwijl ik een keurige 35.8 omhoog trapte. Goed voor de moraal…

Alles overziend zijn er positieve en minder positieve waarnemingen te doen. Positief is dat ik qua krachtsopbouw op schema lig en zelf 1,7 kilo onder m’n streefgewicht zit. Minder positief is dat ik 5 keer een 14 kilometer lange klim met een hellingspercentage van 8,1 procent gemiddeld wil gaan doen. Binnen 8 uur.

Nog 11 dagen om me het snot voor de ogen te trainen. Weet wat me te doen staat….

donderdag 26 april 2012

Nog 6 weken te gaan


Doordeweeks werk ik bij de RAI en houd ik mij nu vooral bezig met de realisatie van een registratiesysteem voor in de parkeergarage, maar in mijn vrije tijd ga ik los op de fiets. Ik ben namelijk aan het trainen voor de Alpe d’HuZes. Het is de bedoeling dat ik op 6 juni 3x de Alpe d’Huez op ga rijden voor het goede doel: het Alpe d’HuZesonderzoeksfonds bij KWF Kankerbestrijding.
Maar ja, hoe ga je daarvoor trainen in Nederland? Gelukkig doet mijn vriend ook mee aan de Alpe d’HuZes, dus ik heb al een trainingsmaatje. Dat is alvast iets! 
Mijn racefiets en ik zijn al een paar jaar vriendjes, dus het voelde meteen al vertrouwd. Om eerlijk te zijn ben ik een mooi weer fietser, lees lekkere temperatuur en droog, dus daar moest wel verandering in komen. Wat begon bij -1 graden over het Kopje van Bloemendaal, met in maart een klein hoogtepuntje qua temperatuur, ging via een hoogtestage in de Ardennen, 135km in de benen van de Toerklassieker Veenendaal – Veenendaal naar 95km van de route die wordt gereden tijdens de Classico Boretti. In het vooruitzicht heb ik nog de 110km van de Classico Giro Utrecht en nog een weekend heuvel op en af in de Ardennen. Kilometers genoeg dus in de benen. Maar hoe weet je nu of je echt klaar bent voor 14km lange klim met een gemiddeld stijgingspercentage van 8,1%? Ik ben bang dat ik daar pas op 6 juni achter ga komen. 
En dan nog de tweede uitdaging: hoe zorg je ervoor dat je zoveel mogelijk sponsorgeld ophaalt. Gelukkig is de RAI een redelijk groot bedrijf met veel collega’s die hun hart precies op de juiste plaats hebben zitten. Na de eerste mail die rond is gestuurd aan iedereen kwamen dan ook direct leuke reacties en ook al wat sponsorgeld binnen. Veel mensen zeggen dat ze willen sponsoren, maar doen het daarna niet. Zonder gene stap ik dan maar weer op hun af om te vragen of ze het niet zijn vergeten. Wie brutaal is, heeft de halve wereld, toch?
Op de steun van familie en vrienden kan ook gerekend worden, dus we komen sowieso niet met lege handen aan in Frankrijk.
Toch moet er ook een andere manier zijn om aan sponsorgeld te komen, dachten mijn vriend en ik. Met Koninginnedag in het vooruitzicht is het natuurlijk niet zo moeilijk om op een goed idee te komen. De bedoeling is om ruim 500 cupcakes te gaan bakken en deze natuurlijk ook allemaal te verkopen op de vrijmarkt.
Het duurt nog maar een kleine zes weken totdat het startsignaal klinkt, dat worden drukke weken waarin de Alpe d’HuZes centraal zal staan. Ik heb er zin in! 

dinsdag 24 april 2012

Afsluitdijk

Na wat lessen van eerder tripje richting het hoge Noorden maar weer eens een verjaardag als uitgangspunt genomen voor het maken van een wat langere trainingsronde. Oftewel: met de auto naar Friesland, op de fiets terug.
Na de bescheiden hongerklop afgelopen jaar me in ieder geval qua voeding beter voorbereid: na een tip van Quirijn bleek dat De Tuinen in Haarlem naast hele ingewikkelde thee ook gewoon sportrepen te verkopen.

Met de zakken van het (nieuwe, waarvoor dan AGU!) fietsshirt vol met repen op zondag 15 april dus gestart in Sneek. En was 2011 de windrichting 100% tegen, had ik nu een forse meevaller: zeer stevige wind vanuit het noorden! De Afsluitdijk wordt zo in ene een sympathieke fietsroute die ik iedereen aan kan bevelen ;-).
Plan was deze keer om vanaf de Afsluitdijk zo snel mogelijk naar de Noordzeekust te koersen en daar de lange-afstandsroute LF1 te volgen. En die kan ik iedereen aanbevelen: uitstekende bewegwijzering met als hoogtepunt in mijn route de Hondsbossche Zeewering bij Petten: met op letterlijk een tiental meters afstand de kolkende Noordzee met ruim 40 in het uur over het asfalt stuiven, heerlijk!





Maar niet te lang bij stilstaan, nog een paar kilometer kust voor de boeg. En ondanks de gunstige windrichting gaan de kilometers toch wel tellen. De Hoogovens bij IJmuiden kondigen aan dat de finish in zicht is, al is het juiste de bekende omgeving die maakt dat de laatste kilometers dubbel gaan tellen. Half zeven plof ik voldaan op de bank, net 160km weggetikt. 

maandag 9 april 2012

Kasseien

31 maart was het zover: de cyclo-versie van de Ronde van Vlaanderen, de dag voordat de professionals de kasseien te lijf gaan. Ik was te gast bij het fietsclubje van mijn broer uit Leek. De mannen hadden al de omgeving verkend toen ik aanschoof na een rit van een kleine 3 uur. 
Uitvalsbasis was de Wambashoeve in Geraardsbergen. Voorheen hoogtepunt op de route, maar daarover straks meer. Absolute aanrader deze hoeve: opperhoofd Pascal is duidelijk met nieuwe gasten in zijn nopjes en overspoeld ons met trivia ('Hilaire van der Schueren woont om de hoek, wist u da?!') en schoonmama verzorgt een ontbijt waar we rest van de Ronde nog de vruchten van plukken.


Voorafgaand aan de route natuurlijk nog een zoektocht naar de juiste manier om de kasseien aan te vallen. Bij mij beperkte zich dat tot de aanschaf van iets bredere 25mm (standaard 23mm) Schwalbe Durano bandjes en deze op 6 (normaal minstens 8) bar te zetten. 
Maar dus met z'n allen in het huurbusje en op naar de start. Nog voor de start al 2 teammaatjes spoorloos die zich na enige omzwervingen weer aansloten. 
Maar dus gezamenlijk op naar de eerste kasseienstroken. De Molenberg in ons geval. En echt niets wat je daar op voor kan bereiden: hier zitten we al te foeteren als een paar boomwortels het asfalt plooien, op de kasseien lijkt het einde der tijden voor fiets en berijder aangebroken. Met de handen losjes op het stuur springt de fiets alle kanten op, je lijf krijgt er ongenadig van langs en schakelen of remmen is bijkans onmogelijk. Eén strook gedaan, 15 te gaan...
Klimmen gaat prima, wennen aan de kasseien is een groot woord maar we krijgen er enige handigheid in. De Koppenberg dient zich aan en voor het eerst stokt het verkeer. Het is ook zonder drukte al een aardige uitdaging, nu is het lopen vanaf de helft. 
De groep is inmiddels gesplitst door wat mechanisch onheil: een shifter weigert dienst en op de grote versnelling is voor krachtmens Cor ook iets te veel van het goede. Flanders Fietsen lijkt lijkt voor een luttele 200 euro uitkomst te bieden met een verse Ultegra-shifter, een kilometer of 40 later blijkt het een double-exemplaar te zijn terwijl we toch echt 3 voorbladen tellen. Terug bij af dus, en op de terugreis even een extra bezoekje aan de fietsboer.
Ik merk inmiddels dat de reserves wat teruglopen en kies er dus voor om m'n eigen tempo te gaan fietsen wat me prima bevalt. Het is koud en met de intensieve klimmetjes en bijbehorende afdalingen lastig warm te houden, maar ik tik de kilometers weer vrolijk af. De Oude Kwaremont dient zich aan met ruim 2 kilometer aan kasseien, geflankeerd aan een muur van VIP-tenten want de professionals passeren hier zelfs 3 maal als in een soort van arena. En dan als laatste de Paterberg: beetje profiel van de Keutenberg maar dan met kasseien. Echt even op mijn tanden bijten en bij de laatste meters toch een licht euforisch gevoel dat ik deze klassieker toch maar even heb gedaan!


Voldaan terug naar de Wambashoeve, en de volgende dag onder een stralende zon nog een rondje Bosberg en natuurlijk de Muur. De stad Geraardsbergen meent dat een rommelmarkt als alternatief voor de verloren Ronde wel passend is, boven bij de kapel is er enige drukte met wat wielertoeristen en media. Wat ons nog een paar seconden in Studio Sport oplevert. 
Wij mengen ons als afsluiter onder het publiek en horen Boonen op de radio een overwinning bijschrijven. Volgend jaar weer?

donderdag 5 april 2012

Lange saaie polderwegen / Noord Hollandse dijken / duinpaden: here I come!

En dan nadert de teller plots de grens van ‘nog 60 dagen te gaan’. Een uiterst gepast moment om lichte paniek te gaan tonen. Immers: 60 dagen, dat zijn nog een kleine negen weken. Van deze tijd werk je minimaal een derde, net als dat je één-derde verslaapt. Blijft dus een week of 3 staan. Haal hier alle tijd die je spendeert aan familie / eten / drinken / in het kleinste kamertje zitten / voetbal kijken / boekje lezen / koken / kat aaien / luieren van af, en je hebt nog een dag of 12 aan echte trainingsdagen. En wat gepruts in de marge – de loze uurtjes voor en na het werk zeg maar.  Dat is niet veel. Paniek? Ja, paniek! Terecht? Hangt af van de vraag hoe ik er voor sta. Eens denken, wat heb ik de afgelopen weken uitgespookt en hoe is dat bevallen?


Ik heb de laatste drieënhalve week een keurige 3 uur en 20 minuten D2 training achter mijn kiezen. Het buitendeel hiervan heb ik uiteraard tegen de wind in doorgebracht. (Niet vrijwillig overigens, maar wind heb je nu eenmaal gewoon tegen). Ik heb daarnaast ongeveer 7 uur D1 training achter de rug. Ook heb ik zo’n 45 minuutjes weerstandstraining gedaan, heb ik 3 intervaltrainingen bij kunnen schrijven en heb ik één ‘klimtraining’ buiten gedaan. Tijdens m’n laatste intervaltraining trapte ik 8 keer 750 watt (iets wat het huilen nader bracht dan het lachen) en heeft m’n hart in 25 minuten minimaal 17 miljoen keer geslagen. Tijdens m’n klimtraining (het Kopje van Bloemendaal is ook na 12 keer over en weer kruisen nog leuk) reed ik vervolgens werkelijk iedereen voorbij, dus het heeft wat dat betreft geloond.


Maar waar leidt dat nu toe? Nou, in ieder geval tot een aardige krachtsopbouw. Nog niet voldoende, maar het begint te komen. Waar leidt het nog meer toe? Tot nog maar 1,6 kilogram van m’n streefgewicht zitten. En wat nog meer? Alsof het niet genoeg is! Maar goed, vermoeide benen natuurlijk...


Waar schort het dan aan? Nou, ehh… Kilometers. Lang en ver rijden. Uren verveeld door polderlandschappen rijden terwijl de wind de lenzen uit je ogen blaast. Eindeloos met je gedachten alleen zijn, waarbij je al na 20 minuten merkt dat je gedachten minder talrijk zijn dan je wellicht zou denken. Verveeld voor je uit starend door de groene graslanden trappen. ‘Blik op oneindig, gedachten op nul’, dat soort werk! Oftewel: de lange en verre ritten. Nou, dan zit er maar één ding op: er moet lang en ver buiten gereden worden. April doet wat ‘ie wil, en ik doe wat er moet gebeuren. Lange saaie polderwegen / Noord Hollandse dijken / duinpaden: here I come!

maandag 26 maart 2012

Anita Meyer, Amstelveenseweg en kanonskogels

De wind buldert met een donderend geraas m’n gehoorgang in. Thuis leek het mee te vallen, maar hier heb ik ‘m toch pal en redelijk hard tegen. In de verte zie ik de top van de vuurtoren achter een duin wegduiken. Het is nog een kilometer of twee naar Noordwijk. Terwijl ik probeer één tempo te blijven rijden en hierbij m’n hartslag niet te ver te laten oplopen dwalen m’n gedachten af naar de avond daarvoor.

Anita Meyer (toch niet de minste) spettert van het podium in Nieuwspoort af. Ze heeft helemaal begrepen dat de wereld op meer medleys zit te wachten en doet de zaal een groot plezier door haar ‘Why, tell me why’ niet maar één keer ten gehore te brengen. Goede nummers kun je immers oneindig vaak op een avond zingen!

“Volgende halte: Amstelveenseweg. Overstappen op streekvervoer” zegt een mechanische stem. Tegenover me zit een op leeftijd zijnde dame. Ze is dik aangekleed, iets dat me gezien haar magere gestalte niet onverstandig lijkt. Ze draagt een strak zittende doek om haar hoofd, waarschijnlijk om het tegen de kou te beschermen nu ze geen haar meer heeft dat dat doet. Haar gezicht is vriendelijk en zacht, en flink toegetakeld door de chemo. Haar ogen liggen ver achter in hun kassen en zijn rood doorlopen. Kennelijk moet ze er, net als ik, hier uit. Met moeite komt ze overeind. “Lukt het mevrouw?” hoor ik mezelf zeggen. “Ja hoor. Alleen die akelige trap straks wordt weer spannend.” – “Dan lopen we die toch samen af, wel zo gezellig!” Ze glimlacht vriendelijk. “Ja, laten we dat doen.”  

Voetje voor voetje schuifelen we de trap af. De leuning aan de ene kant en mijn schouder aan de andere kant geven haar voldoende steun om deze horde te nemen. Helaas is het één van de minder grote hordes waar ze voor staat. “Nou, ik moet hier links, dank je wel.” zegt ze als we beneden zijn aangekomen. Ik hoef echt niet nog even met haar mee te lopen. “Ik ben er inmiddels al zo vaak geweest dat dat wel goed komt”, zegt ze. We nemen afscheid en ze vervolgt haar weg. Ik kijk haar na terwijl ze langzaam richting het wanstaltig kleurige gebouw schuifelt. ‘VU MC CANCER CENTRE’ staat er in strakke letters op de gevel.

Ik heb bij de vuurtoren rechtsomkeert gemaakt, en race met de wind in de rug naar huis. Mijn snelheid ligt ver boven de vijftig in het uur, en ik voel me een kanonskogel. Dit is nog eens fietsen - het maakt het al het ploeteren in de vroege morgen in de sportschool of tegen de wind in meer dan waard. Voor sommigen is dat echter onbegrijpelijk. Zo kreeg ik vanmiddag een email van een overzeese maat. Hij vroeg waarom ik in 's hemelsnaam meerdere keren een berg op wilde fietsen. Hij snapte dat het m'n hobby is, maar kan ik het dan niet bij één keer laten? Ik moest op dat moment terugdenken aan Anita Meyer. Het publiek had haar 'Why, tell me why' logischerwijs alle keren dat ze het zong enthousiast ontvangen. Vooral haar 'we can make it, try to rearrange it, if there's a price we got to toss the dice' lijken me verstandige woorden.

‘Zodat de dame in de metro bij haar laatste ziekenhuisbezoek met goed nieuws naar huis mag’,  heb ik m’n maat geantwoord.

dinsdag 20 maart 2012

Veel media-aandacht voor AD6

Herinner jij je de Alpe d'HuZes TV uitzendingen die vorig jaar werden uitgezonden nog? Herman van der Zandt fietste met een camera op zijn helm de Alpe op en Jetske van den Elsen stond boven aan de finish bij het Palais des Sports.

En dit jaar zijn Jetske en Herman er wéér bij! Op 6 juni om 19.30 uur en op 7 juni om 19.00 uur zenden de NCRV en de NOS een live-verslag van de Alpe d’HuZes uit op Nederland 1!

Bovendien is vanaf 28 mei, dagelijks om 19.30 uur op Nederland 1 bij de NCRV de reality-serie 'Fietsen naar de Top' te zien. In dit programma wordt een groep amateurfietsers uit Prinsenbeek gevolgd die - met hulp van Leontien van Moorsel - meedoet aan Alpe d’HuZes. En vanaf 14 mei zijn de ontwikkelingen ook dagelijks bij Knooppunt Kranenbarg te horen.

Er wordt natuurlijk nog veel meer aandacht aan Alpe d'HuZes besteed op radio en televisie. Lees het persbericht van de NCRV  voor meer details.

Wil je nog eens beleven hoe het vorig jaar was? Bekijk dan deze 'Uitzending Gemist'

Get Microsoft Silverlight Bekijk de video in andere formaten.

woensdag 14 maart 2012

83 dagen!

Vlotte schrijver, die Quirijn. Met trainen is 'ie ook goed fanatiek, hij heeft me zelfs verleidt om in het befaamde Centre Cycliste Remouchamps (herberg voor fiets-lotgenoten) onze krachten te meten. Maar daar volgt vast later van de één een juichend en van de ander een iets minder juichend verslag van.


Zie overigens net op de teller dat slechts 83 dagen ons scheidt van Alpe d'HuZes. Veel van mij trainingskilometers heb ik de afgelopen maanden gemaakt op een spinningfiets. Daarnaast nog een beetje schaatsen en een zeer koud rondje Noordwijk, maar afgelopen weekend was er natuurlijk geen enkel excuus om niet op de racefiets te klimmen.
Dus zondag half negen lucht in de bandjes en gaan met de Batavus Competition en op naar Noordwijk. Ik verslik me zoals gebruikelijk in het vals plat van de Zeeweg richting Bloemendaal. Ik wil niet terugschakelen maar moet er uiteindelijk toch aan toegeven. Wat volgt is een heerlijk stuk door de duinen naar de Langevelderslag, om daar vanwege een beperkt beschikbare tijd toch maar om te buigen naar Haarlem.
Lijkt een traditie te worden want ook deze keer ben ik weer even ramptoerist maar dat maakt wel dat de weg mooi is vrijgemaakt voor een bluswatertransport en ik dus de vrije baan heb op de laatste kilometers. Broerlief volgde me live via Endomondo en ziet me een net gemiddelde van 29,6kmh halen. Dezelfde broer overigens die me graag mee ziet gaan met de 140km-toerversie van de Ronde van Vlaanderen met zijn fietsmaten. Verleidelijk....



Maar 83 dagen dus nog. Sportief gaat het best aardig, qua sponsoring mag er wel een kleine demarrage worden gemaakt. Dus mocht u als 'toevallige' passant hier iets aan bij kunnen dragen, graag! Allemaal leuk en aardig die stoere fietsverhalen, maar uiteindelijk het altijd om de knaken en zeker hier!

dinsdag 21 februari 2012

Ongevraagd (bijna)knuffelen en met windkracht 6 op de kant

Nadat een 120 minuten durende sneeuwbui de NS twee weken lam heeft gelegd, de Elfstedentocht onmogelijk heeft gemaakt en mijn buitentraining heeft verstierd, was de wereld dit weekend eindelijk weer normaal: harde wind, regen, geen sneeuw en babyboomers die zonder te kijken met Nordic Walkingstokken gewapend het fietspad oversteken. Ideale omstandigheden voor twee buitentrainingen.


Zaterdag heb ik een voorzichtig kort rondje via Bloemendaal, Zandvoort en Heemstede gereden. Vanwege een ambitieus tijdsschema heb ik het bij een kleine dertig kilometer gehouden. Zondag heb ik dit goed proberen te maken door een wat grotere ronde te rijden. Deze startte in de vroege morgen op de Zeeweg.


Ondanks het tijdstip is het al behoorlijk druk in het duingebied. Ik hoor her en der krijsende kinderstemmetjes, en nog voordat ik voorbij de watertoren ben moet ik al twee keer vol in de remmen omdat twee unisex-broeken, gewapend met nordic walkingstokken en zonder te kijken het fietspad oversteken.  Op deze manier zit ik snel in m’n (verhoogde) hartslagzone, maar ik moet wel bekennen dat ik dat op een andere manier in gedachten had. Gelukkig gaan de meeste wandelaars ter hoogte van de watertoren het duingebied in, en kan ik iets meer ontspannen doorrijden.


Langzaamaan draai ik richting een aardige snelheid. Ter hoogte van Parnassia kom ik vol in de wind te zitten, en ik bedenk me dat dit stuk toch altijd pittiger is dan ik het van te voren inschat. Gelukkig draai ik snel zuidwaarts en rij ik evenwijdig aan de kust richting het zuiden. Omdat ik minder wind tegen heb dan ik vooraf verwachtte kan ik snel doorknallen, en binnen een korte tijd sta ik al in Noordwijk. Hier keer ik om en zet ik weer koers richting het noorden.


Het eerste stuk noordwaarts gaat best aardig. Al snel haal ik een plukje renners in. Als ik echter de bocht richting kust instuur voel ik pas wat voor een wind er staat. Ik voel de spanning op m’n benen meedogenloos toenemen, en vraag me af of het niet handig is om wat gas terug te nemen. Op dat moment bemerk ik dat het niet alleen gezoem van de wind is dat ik hoor: het plukje renners van zojuist hangt in m’n wiel. Dit lucht enigszins op: nu kan ik de kop afgeven en in het wiel van deze mannen even bijkomen. Ik maak ruimte zodat de kop overgenomen en wacht. 700 meter verder wacht ik nog.. Ik gebaar met m’n arm dat ze moeten overnemen, maar bemerk weinig reactie. Ik vloek en kijk over m’n schouder: m’n achtervolger kijkt me loensend aan, en lijkt ‘nee’ te schudden. Op slag ben ik geïrriteerd: ik ga hier niet vijf man uit de wind houden! Ondanks de fikse tegenwind verhoog ik het tempo. Tegelijkertijd gooi ik de boel op de kant en schakel ik door naar de 11. Ik hoor achter me een soort van zuchtend geluid. Als ik onder m’n arm door kijk zie ik dat m’n achtervolgers moeten laten gaan. ‘Ha! Geen kopwerk is ook niet meerijden!’ denk ik bij mezelf….. Om een moment later te bedenken wat ik eigenlijk aan het doen ben: het  is nog zes kilometer tegen de wind in naar Zandvoort. Me terug laten zakken in het groepje is m’n eer te na, maar dit tempo aanhouden tot ik er ben wordt ook een uitdaging. Ik kijk achterom en zie dat ik het groepje inmiddels op een kleine 100 meter achterstand heb gezet.  ‘Nu maar doortrekken’ denk ik bij mezelf. In gedachten bijt ik m’n tanden in het stuur en de zes kilometer die volgen vraag ik me af wat ik in ’s hemelsnaam dacht toen ik aanzette.


Zo’n 10 minuten later kom ik volledig gekookt aan in Zandvoort. Ik zie het gebouw aan het einde van het fietspad door de duinen, en stuur voorzichtig in om tussen de twee hekjes door te kunnen rijden. Op dat moment zie ik hoe iets zwarts me tegemoet vliegt. Vlak voor me komt het tot stilstand, op het voorwiel en wel. Ik kijk verschrikt omhoog terwijl m’n schoenen met een luide klap op de grond landen. Ik merk dat ik in een reflex m’n armen vooruit heb gestoken. Voor me staat een verschrikte MTB-er die iets te enthousiast de bocht in is gevlogen, kennelijk geen rekening houdend met tegenliggers. ‘Volgens mij rijden we in Nederland rechts, maat’ zeg ik. – ‘Ja, sorry, ik zag je niet’, stamelt hij. ‘Nou ja, gaat goed, maar dit is wel dichtbij genoeg voor de eerste keer. Fiets ze nog!’ zeg ik lachend. -‘Jij ook!’ zegt hij, ook zijn reis vervolgend.


Via Bentveld rij ik rustig door naar huis. Later op m’n computer m’n trainingsgegevens bekijkend ben ik best tevreden, zeker voor een rit waarin er ongevraagd bijna mountainbikers en babyboomers in m’n armen zijn gevlogen en ik continu in de wind heb gezeten. Met een gekookt lichaam en een voldaan gevoel plof ik na gedoucht te hebben op de bank – eerst maar eens een paar uurtjes herstellen!

dinsdag 14 februari 2012

Zeven uur ’s ochtends, allesreiniger, licht noch lucht

En daar zit je dan: Twee uurtjes sneeuw en je bent dagenlang overgeleverd aan kleine bedompte ruimtes in de krochten van de sportschool, spinningfietsen en trainingen op goddeloze tijden. Als het vorige week vrijdag niet  had gesneeuwd zou de wereld er toch een stuk anders uit hebben gezien: we zouden waarschijnlijk al een Elfstedentocht hebben gehad, de NS zou zich gewoon kunnen hebben beroepen op een plastic zak op de rails in plaats van op sneeuw, en ik zou dit weekend gewoon buiten hebben kunnen trainen. 
Helaas besloten de weergoden anders, en zit ik nu alvorens naar kantoor te gaan in de sportschool. Grote voordeel van dit tijdstip is de serene rust die hier nog hangt, grote nadeel is de penetrante geur van allesreiniger die er eveneens hangt: de schoonmaakploeg is de verschillende ruimtes aan het voorzien van een grondige poets- en sopbeurt. Ik ben in de kleedkamer iemand tegen gekomen die op de band ging lopen, en één van de medewerkers heeft de deur open gedaan, en verder is er helemaal niemand. Eigenlijk heel plezierig, want dan kan niemand m’n geploeter zien. 
Ik heb vandaag een intervaltraining op de rol staan, en het gaat voor geen meter. Ik heb vier blokjes van 2 minuten erop zitten, en als gevolg hiervan lijkt m’n hartslag niet voornemens te zijn om nog te gaan zakken. Het is me zelfs niet gelukt om m’n tweede blokje in het geheel staand op de pedalen af te maken, iets wat wel de bedoeling was. Kennelijk moeten m’n spieren nog even wakker worden. Ik kijk naar m’n klokje: ‘*57*, *58*, *59*’ en ik mag weer vol aan gaan. Ik ga op de pedalen staan, en probeer overal naar te kijken behalve naar m’n tijdmeting: niets is immers zo demotiverend als het zien van de lange tijd die je nog moet terwijl je zelf denkt dat je blokje er al op zit. Ik voel m’n benen langzaam in de fik vliegen. De penetrante geur van schoonmaakmiddel dringt zich dieper in m’n longen. Ik heb het idee dat m’n hart stopt met slaan, en dat m’n ogen zo uit m’n kop springen. Op het moment dat ik verwacht van m’n fiets te vallen piept m’n computertje gelukkig weer: ook dit blokje overleefd. Terwijl ik probeer om in twee minuten m’n hartslag van 17567 slagen per minuut naar 145 te krijgen komt één van de schoonmakers de spinningzaal binnen. Ook hij constateert (net als ik eerder vanochtend heb gedaan) dat de lichtschakelaar hier niet werkt, en constateert dan dat er reeds iemand (ik) aan het sporten is. Dit laatste doet ‘ie met een schrikkerige kreet en een klein sprongetje in de lucht: kennelijk had ‘ie dat niet verwacht. “Goedemorgen” hijg ik zijn kant uit. – “Goedemorgen, sorry, ik zag u niet”. Ik hijg grinnikend. Op dat moment hoor ik echter alweer de onverbiddelijke piep van m’n computertje, en ik hijs mezelf weer omhoog. Ik zet m’n verstand op nul en probeer te blijven trappen terwijl m’n benen langzaam afsterven. Het wordt langzaamaan steeds zwarter voor m’n ogen, iets was eigenlijk niet veel uitmaakt omdat het licht hier toch niet goed werkt. Ik vraag mezelf even af waarom ik dit ook alweer leuk vind, en vraag me vervolgens af hoe groot de kansen zijn dat ik dit overleef. Op het moment dat echt alles zwart is en ik m’n hart in m’n kuit voel slaan hoor ik gelukkig de bevrijdende piep van m’n hartslagmeter: ook het laatste blokje heb ik overleefd. Ik fiets rustig uit en begeef me via de douche richting kantoor. Sneeuw, het gebrek aan lucht en aan licht in de spinningzaal en de geur van allesreiniger: niets van dat alles heeft me van m’n training vandaag weten te weerhouden. En toch hoop ik dat ik snel zonder deze obstakels buiten kan gaan fietsen!

maandag 6 februari 2012

Zeiknat, scheel en hoopvol gestemd

Op het moment dat ik op de pedalen ga staan voel ik m’n benen nog meer branden dan ze al deden. In m’n gedachten draai ik de laatste bocht in, waar ik het publiek en de speaker enthousiast de verschillende renners hoor aanmoedigen om de laatste meters achter zich te laten. M’n benen blokkeren bijna, en ik moet mezelf ertoe dwingen om nog even door te zetten. ‘Hooguit een minuut of acht nog!’ denk ik bij mezelf. Ik wil weten hoe lang het daadwerkelijk nog is, en ik open m’n ogen. Direct maakt het beeld van de Alpen om me heen plaats voor de saaie sportschool waarin ik me daadwerkelijk begeef. Op het paneel en de verschillende meters voor me staat in strakke rode getallen mijn resterende trainingstijd van ‘06:59’ aangegeven. Daarnaast staat een hartslag van 163 slagen per minuut, een afstand van 56,86 kilometer, 1497 verbrande calorieën en een vermogen van 290 watt. In de spiegel voor me zie ik een zeiknatte Quirijn deels mijn kant op kijken. Eén van z’n ogen lijkt door de inspanning wat weg te draaien. ‘Zo leuk is 90 minuten 290 watt trappen dus’, denk ik bij mezelf. Om die laatste paar uren durende minuten door te komen besluit ik de afgelopen week voor mezelf even door te nemen. Het maakt het geheel niets makkelijker, maar zorgt er in ieder geval voor dat ik onder het pijn in m’n benen hebben iets te doen heb.


Na de lekkere buitentraining van zondag heeft Koning Winter zijn intrede gedaan. Dit betekent nog meer binnen trainen, en veel tijd om vanaf een warme en droge plek sponsoren te werven. Dit gaat zeker niet slecht, en ik ben eenieder die reeds een donatie heeft gedaan of deze heeft toegezegd dan ook erg dankbaar. Naast de ‘eigen’ sponsoring zijn de voorbereidingen voor de teamsponsoring inmiddels ook in volle gang . De foto’s zijn besteld, en de brieven aan de verschillende zakelijke relaties zullen dinsdag de deur uit gaan. Amsterdam RAI heeft reeds toegezegd een forse donatie te doen, wat fantastisch is en hopelijk veel relaties inspireert hetzelfde te doen. De verschillende teamleden zijn daarnaast volop bezig om vrienden, familie en kennissen over de streep te trekken een donatie te doen, en ik ben dus hoopvol gestemd dat we dit jaar nog meer geld gaan ophalen dan vorig jaar.


Dit alles overwegend concludeer ik dat de voorbereidingen eigenlijk best goed lopen. Ik begin te merken dat m’n trainingsopbouw effect heeft, de donaties nemen steeds meer toe en de zakelijke sponsorwerving wordt uitgerold. Op het moment dat ik voor mezelf concludeer dat we in verschillende opzichten nog een lange weg te gaan hebben, maar we met z’n allen zeker de goede richting in gaan valt de druk op m’n benen weg. De training zit er op en mijn fysieke bijdrage voor vandaag is weer geleverd. Ik besluit die scheel kijkende kletsnatte gozer in de spiegel voor me maar snel onder de douche te gaan zetten.

dinsdag 31 januari 2012

Snijdende wind en tintelende tenen

“Waar blijft die gozer joh? Half elf is half elf toch? Als het nou 18 graden was, maar bij -2 is het wel een ander verhaal.” Het is zondagochtend en we staan met z’n drieën voor het Patronaat in Haarlem. Vandaag gaan we voor het eerst met de Haarlemse delegatie van ons AD6-team rijden, en we hebben deze plek als startpunt aangewezen. En half elf dus als starttijd, al lijkt dat besef niet bij iedereen aanwezig. Op het moment dat we besluiten om te gaan rijden om onderkoeling te voorkomen komt onze vierde teamgenoot aanrijden. Na de nodige on-zondagse woorden volgt een geklik van pedalen, en al snel zetten we koers richting het Kopje van Bloemendaal.


Bovenop het Kopje is de kou bij ons alle vier vergeten. Voor sommigen is het de eerste keer in het seizoen dat ze dit klimmetje rijden, en dan valt ‘ie altijd wat zwaarder dan je wellicht zou willen. Veel tijd om te herstellen is er niet, want we zetten direct koers door richting de kust. Via Bloemendaal aan Zee en Zandvoort rijden we de duinen naar Noordwijk in, waar we bij Langevelderslag oostwaarts gaan richting Noordwijkerhout. Op de Zilkerbinnenweg en de Vogelenzangseweg kunnen we lekker doorrijden, en al snel staan we voor Brasserie Vogelenzang. Hier drinken we gevieren een kop koffie om enigszins op temperatuur te komen, waarna we koers zetten naar Overveen. Het laatste stuk van de Vogelenzangseweg rijden we volle bak, en in een mum van tijd staan we in Overveen. Hier draaien we nog snel één rondje voluit om landgoed Elswout heen, waarna eenieder in een volle spurt koers zet richting stad en eenieder naar zijn of haar warme douche.


Een half uur later lig ik rozig op de bank. De eerste gezamenlijke trainingsronde is goed bevallen, en het is een effectief weekend geweest. In totaal een kleine honderd kilometer buiten gereden en zo’n 40 kilometer binnen. Voorzichtig aan begint er ook iets van conditie en kracht te komen. Het begint voorzichtig aan ergens op te lijken!

Stel je eens voor…

Stel je eens een willekeurig jong gezin voor. Gelukkig, gezond en uitgelaten: kleine Lisa wordt vandaag immers vier. Om dit te vieren gaan ze met Lisa haar beste vriendjes en vriendinnetjes naar het dierenpark, en daarna naar het pannenkoekenhuis. Het is een groot feest, en ’s avonds valt Lisa moe en als het gelukkigste meisje op aarde in slaap. Mama en papa genieten na op de bank. De haard brandt gezellig, ze hebben toastjes met lekkere kazen en salades klaargemaakt en een goed glas wijn ingeschonken. Het leven in de perfecte vorm.

Stel je eens voor hoe zij nog geen zes weken later samen verbijsterd tegenover de dokter zitten. Haar mededeling heeft hen als een mokerslag geraakt. Het is foute boel in haar borst die de laatste tijd wat gevoelig is geweest. Er zal een operatie volgen, waarna via bestraling en chemotherapie de strijd met overgebleven foute cellen wordt aangegaan. Kleine Lisa haar verjaardag voelt als een ver verleden, en haar volgende als een onzekere toekomst.

Stel je eens voor hoe trots kleine Lisa is als ze na de operatie voor het eerst bij mama mag. Ze hebben met de hele klas een knutsel-, kleur-, en plakwerk gemaakt voor mama, en Lisa mag dit vandaag eindelijk geven. ‘Hebben we met z’n allen gemaakt mama, om je blij te maken zodat je snel weer beter bent’, zegt ze op de rand van het grote witte bed zittend.

Stel je eens voor, hoe ze ’s nachts doodziek en hondsmisselijk op de rand van het bed zit. Op schoot een emmer, omdat de chemo het onmogelijk maakt de toilet te bereiken. Een jammerend snikken doorbreekt de stilte van de nacht. ‘Schat, het gaat niet. Ik hou dit niet vol. We moeten ons op de verschillende mogelijkheden gaan voorbereiden. Sorry,’ snikt ze. Hij slaat een arm om haar heen. ‘We gaan het redden lieverd. Het mag niet, het kan niet. We kunnen niet zonder je. Er is altijd hoop,’ zegt hij, niet wetend of dit tegen beter weten in is. Ze wil haar neus ophalen, wat haar het gevoel geeft dat er een balk onder haar ribben wordt gestoken. Ze kreunt het uit, en moet opnieuw overgeven. Er komt niets dan bloed en zwarte vloeistof uit.

Stel je eens voor hoe Lisa samen met haar vader op kerstochtend de ontbijttafel staat te dekken. ‘Papa, waar is mama?’ vraagt ze. Hij slikt en kijkt haar gelaten aan. ‘Mama is ziek meisje, en blijft even in bed. We gaan na het ontbijt naar mama.’ Zo hebben ze het afgesproken, omdat de geuren van het ontbijt en de misselijkheid van de chemo elkaar niet verdragen. Hij wendt snel z’n ogen af, omdat hij niet wil dat zijn dochter zijn verdriet ziet. ‘Papa, ik vind het stom dat mama ziek is. We moeten toch met z’n drieën kerst vieren, anders is het toch niet echt?’ Hij probeert z’n tranen weg te slikken, en blijft ondertussen naar het aanrecht voor hem staren. Hij kan even niet antwoorden. Plots hoort hij haar zachte stem vanuit de deuropening van de keuken:’Ja liefje, dat moet ook. Anders is het niet echt.’ Hij draait zich om, en ziet zijn zieke, verzwakte vrouw in de deuropening staan. Ze heeft een wijde pyama aan, met daaroverheen haar badjas. Zo zie je bijna niet hoe zeer ze vermagerd is. Op haar wangen staan rode blosjes, en haar ogen zijn wat waterig. Haar blik is echter scherp, en vooral heel sterk. ‘Mamaaa!’ zegt Lisa, terwijl ze haar armen om haar moeder slaat en zich tegen haar heup drukt. Hij loopt naar haar toe, zoent haar zacht en slaat zijn armen om haar heen. Voordat hij in zacht snikken uitbarst hoort hij haar ‘Er is altijd hoop’, zeggen.

Stel je eens voor hoe Lisa sinds die ochtend alweer vier keer met haar vader én haar moeder kerst heeft gevierd, en er geen enkele reden is om aan te nemen dat ze dit niet nog talloze keren zal doen. Ze heeft, geholpen door moderne medicatie en voortschrijdende wetenschappelijke technieken, de slag met de verkeerde cellen gewonnen, en zal haar dochter zien opgroeien.

Stel je eens voor dat kanker in de toekomst geen reden meer is dat meisjes als Lisa zonder vader of moeder opgroeien, en geen reden meer dat ouders hun kinderen niet kunnen zien opgroeien. Daarvoor is meer onderzoek en geld nodig, waar we met z’n allen voor kunnen zorgen. Ik roep daarom iedereen op om AD6 te steunen, zodat deze wens werkelijkheid wordt.

‘You may say I’m a dreamer, but I’m not the only one’ - Imagine, John Lennon

vrijdag 27 januari 2012

Exercise, discipline & affection

Na ongeveer 25 minuten met de deurknop van de kledingkast in m’n hand te hebben gestaan, heb ik eindelijk een besluit genomen of ik vandaag buiten of binnen wil gaan trainen. Ik ben opgestaan met een sterke voorkeur voor een buitentraining, vooral omdat dat door de week (nog) niet kan omdat het eerder donker is dan dat ik met droge ogen kantoor kan verlaten. Ook zou ik heel graag het nieuwste gezinslid eens flink testen, meer dan ik gisteren tijdens de proefrit (die tevens ‘besluit-tot-aanschaf-rit’ zou zijn) heb gedaan. Al snel kom ik in ieder geval van het laatste terug: het regent pijpenstelen en het waait als een bezetene. Daar ga ik m’n nieuwe fiets (nog) niet aan blootstellen. Goed, dat reduceert de opties dus tot twee: buiten trainen op m’n trouwe Koga, of binnen in de sportschool. Op het moment dat ik dat ik neig naar een buitentraining zie ik een man op een mountainbike vlak voor het raam langs waaien. Omdat ik op de eerste verdieping sta verontrust me dit, en pak ik m’n tas om toch maar naar de sportschool te gaan.

Zodra ik de voordeur uitstap concludeer ik dat m’n besluit goed is: er staat minstens windkracht zes en alles is nat en wordt natter. Buiten kan ik onder deze omstandigheden sowieso niet langdurig één vermogen draaien, iets wat ik voor vandaag op het programma heb staan. De sportschool is en het blijft het voor vandaag!

Tien minuten later ben ik rustig aan het inrijden om m’n hartslag omhoog te brengen. M’n benen voelen goed, ik lijk de intervaltraining van vrijdag goed verwerkt te hebben. Rustig trap ik door, en ik denk aan het tempo en het vermogen dat ik straks moet zien te gaan rijden.

Ik graaf diep in m’n geheugen, en probeer me m’n natuurkundelessen van vroeger voor de geest te halen. In gedachten zie ik meneer de Wilde met een krijtje iets op het bord kalken.  ‘Ek= 1/2mv²’ en nog allerlei tekens die me ook toen al enigszins deden duizelen. ‘Meneertje Teunissen, bent u er ook nog bij?’ hoor ik ‘m in gedachten zeggen, streng mijn kant op kijkend. Kijk, dat herinner ik me nu nog wel van die lessen. Maar die energieomzetting in snelheid, dat is toch wat weggezakt.

Hoe zit het ook al weer? Ik heb voor mezelf gesteld dat ik 5 maal omhoog wil, omdat de dag waarop wij rijden een dusdanige lengte heeft dat 6 maal niet mogelijk is. Vijf maal, waarvan ik de laatste keer uiterlijk om 16.00 uur omhoog mag en ik de eerste keer om 10.00 uur mag starten. Dus de eerste vier keer mogen in totaal maximaal 6 uur duren, wat anderhalf uur per klim én afdaling betekent. De klim is 13,2 kilometer, en heeft een door de 1107 hoogtemeters een gemiddeld hellingspercentage van 8,5 procent. Dus dat betekent? Geen idee. Gelukkig biedt internet uitkomst, en dat heb ik toevallig bij de hand omdat ik m’n eigen muziek wil horen tijdens het trainen. Op m’n telefoon toets ik m’n gegevens in. Als ik in 20 minuten daal, in 70 minuten klim en samen met fiets en voeding onder de 84 kilo weet te blijven, dan volstaat een gemiddeld vermogen van 235 watt. Als ik met m’n huidige (nog te hoge) gewicht in 60 minuten omhoog wil dan volstaat een vermogen van 270 watt. Ai!
Er moet dus nog een paar kilo af, en dan nog mag ik flink aan de bak. Ik besluit vandaag maar eens een uurtje die 270 watt te gaan trappen, en eens zien hoe dat bevalt. Cesar Millan legt me op de televisie voor me uit dat het allemaal om ‘calm-assertive energy' draait, en dat je op een rustige manier moet uitstralen dat je de controle hebt. Ik vermoed dat Cesar zichzelf niet dezelfde irreële doelen heeft gesteld als ik gedaan lijk te hebben. Ik heb namelijk op geen enkele wijze het idee dat ik de controle ga hebben op die berg, in ieder geval niet op de manier die ik zojuist voorgerekend heb!

Ik draai 60 minuten 270 watt, met een cadans van 95 en een hartslag die precies op m’n omslagpunt ligt. Het gaat me redelijk af, maar ik weet even niet hoe ik dit vier keer zou moeten doen. Ik moet dus sowieso voor de ‘lichte’ versie kiezen, wat betekent dat er kilo’s af moeten en ik in zeventig minuten ga klimmen en in twintig dalen. Ik heb dan geen ruimte voor enig oponthoud, maar de eerste vier keer met 270 watt omhoog rijden lijkt me simpelweg niet realistisch. Op het moment dat ik hier aan denk valt de weerstand op de pedalen weg, wat betekent dat ik m’n training zoals ingesteld achter de rug heb. Ik fiets nog even rustig uit en laat m’n hartslag terugkomen tot 120 slagen. Ondertussen vraag ik in gedachten aan mezelf hoe ik dit het handigst ga aanpakken. Ik werp nog een laatste blik op de TV voor me, waar Cesar me leert dat het gaat om ‘exercise, discipline and affection,’ en wel in die volgorde. Ik knoop dit maar als advies in m’n oren. Ik weet van eerdere evenementen waar ik naartoe getraind heb dat ik aan de eerste twee gehoor weet te geven. Om zeker te weten dat ik dat ook aan de derde doe kijk ik bij thuiskomst als eerste even in de schuur hoe het met m’n fietsen gaat. Pas als ik zeker weet dat ze goed verzorgd, mooi gepoetst en comfortabel bij elkaar staan plof ik binnen op de bank om bij te komen.