woensdag 22 mei 2013

Van rondje ringvaart tot Rooks

De wielrenner heeft geen goede naam. De profs kunnen het niet op eigen kracht en de amateurs jagen oude vrouwtjes de stuipen op het lijf op het fietspad. Voor het eerste lijkt men op de goede weg (en ik geniet er als liefhebber niet minder van de sport, maar dat terzijde), voor het tweede is eigenlijk maar 1 medicijn en dat is vroeg vertrekken.
Doelgroepen-fietspaden zijn er niet, maar wel wel doelgroepen-tijden. Dus alles na 11 uur zondagochtend vermijden. Dat laatste was ik onlangs voor een enkeltje Callantsoog even vergeten. Ik heb zelden zo vaak zo hard in mijn remmen moeten knijpen, maar heb me als een heer proberen te gedragen dus en voor degenen die dat anders hebben ervaren (mevrouw bij AH Soendaplein en meneer omgeving Bergen, volgende keer wel uitkijken he): vanachter mijn pc alsnog mijn welgemeende excuses.


Le Petite Steven Rooks
Enkeltje Callantsoog was overigens 1 van de zeldzame ritjes waarbij ik mijn beenstukken thuis kon laten. Nee, hier volgt geen monoloog over het weer maar het was wel weer even het heerlijke gevoel van een schitterende route en mooi weer. 
Anders was een recent uitstapje naar de Ardennen met collega Wijnand en zijn fietsmaatjes. Voorspellingen waren van kaliber moesson (dagen voorafgaand een de fietstocht uiteraard zon en 20 graden...) dus ik had er zin in. Gelukkig liet de regen ons het grootste deel van de 90km met rust en konden we genieten van Le Petite Steven Rooks: een oefenrondje voor de toertocht Steven Rooks Classic. Inmiddels omgedoopt naar Klimclassic, ongetwijfeld vanwege ongewenste associaties met snoepende oud-renners. Jammer, want de associatie met deze oud-renners maakt de tocht vaak nog een tandje heroischer, iets als dat als Rooks of Theunisse hun zegen aan de route hebben gegeven het wel onmenselijk zwaar moet zijn.
Maar terug naar mijn fietsvrienden-voor-1-dag: in 1 woord fantastisch. Behoorlijke niveauverschillen in de groep maar dat mocht de pret niet drukken en ik kon mooi mijn krachten meten. En dat viel niet tegen, klimmen gaat uitstekend alleen het duurvermogen mag nog wel wat worden opgepoetst. Lunchen net 2 minuten voor het beklimmen van de Redoute (...) en biertje als afsluiter in Eijsden.

Ringvaart
Maar het leeuwendeel van de (solo...) kilometers werden afgelegd in een omgeving met wat minder wielren-historie. De Haarlemmermeer om precies te zijn. Laatste wapenfeit was een rondje ringvaart, voor veel wielerliefhebbers een klassieker onder de trainingsrondjes. 64km, gewoon het water volgen (en dan natuurlijk nog twijfelen of ik wel de goede route reed, ahum...) en een net gemiddelde van 29,9kmh. 

En dan nu echt de laatste loodjes. 2 weken nog, en de voorbereiding was er 1 van zin maken. Wachten op fietsweer? Eindeloos spinnen, beenstukken, armstukken, winterhandschoenen, talloze keren fiets schoonmaken: genieten van wielrennen komt pas in het AD6-naseizoen en natuurlijk op de Alpe zelf. De laatste voor mij, en dat geeft het wel een speciaal tintje. Ik weet wat er komen gaat en ik weet dus ook dat het weer een ervaring zal zijn die je voor de rest van je leven bij blijft. En dan zijn die  paar druppels regen snel vergeten.
Ik ben klaar, klaar voor de Alpe. 


T minus 31 days and counting

En toen was het nog precies een maand. Een maand voordat Alpe D’HuZes 2013 gaat plaatsvinden. Iets meer dan een maand ook, sinds mijn laatste verslag. Betekent dit dat er niets gebeurd is sinds de laatste keer? Verre van. Ik had echter alle tijd tussen m’n trainingen nodig om op te warmen. Een gevolg van het Siberische voorjaar. Maar nu de lentezon dan eindelijk door lijkt te zetten, zijn m’n vingers op een dusdanige temperatuur dat ik ze kan inzetten om kort verslag uit te brengen.

De maand april: wind, kou en squash

Hoe laat de maand april zich op het gebied van trainingen het beste omschrijven? Ik zou kiezen voor een omschrijving waar in ieder geval de woorden ‘belachelijk koud’ en ‘abnormale wind (tegen)’ in voor komen. Alle andere aanvullingen zijn eigenlijk overbodig.

De maand april begon zowaar met een tweetal buitentrainingen. Eén redelijk lange D1 leidde mij via de IJmuiden naar de Westpoort, vanwaar ik om de Haarlemmermeer richting Noordwijkerhout en vervolgens Bloemendaal reed. Kennelijk heb ik Aeolus, god van de winden, ooit ergens zo verblijd dat hij de wind keurig aan mijn route aanpaste. Zo startte ik met wind tegen, had ik het gehele middenstuk wind tegen en draaide ik ook het laatste deel keurig tegen de wind in.

April was nog geen zes dagen oud toen ik alweer naar binnen kon. Enerzijds voor m’n noodzakelijke intervaltrainingen (die buiten echt nagenoeg niet uit te voeren zijn), anderzijds omdat het kwik weer ver wegzakte. En dus vond ik mezelf al weer snel in een schemerige zaal terug, gestationeerd op een statieffiets, kijkend naar The dog whisperer, balend van ons klimaat. Dit alles terwijl buiten de gure voorjaarswind gezellig om het pand gierde.

In de tweede week van april kon ik zowaar twee keer op de fiets naar m’n werk. Dit bracht me toch weer een ruime honderd buitenkilometers, waarvan ruim vijftig tegen de bulderende wind in. Het glas was dus, zeker gezien de eerdere weken, nagenoeg halfvol.

De derde week van april was er nog immer één van de winterbroek en het met windstopper gevoerde jasje. Vooral in de ochtenden was het simpelweg koud. Neemt niet weg dat ik tot vier buitentrainingen ben gekomen. Door de kou en de nog steeds belachelijke wind was het echter nog steeds erg moeilijk in te schatten waar ik nou stond op het gebied van conditie en kracht. In de sportschool trapte ik hoge wattages, m’n herstel leek goed te verlopen, na een inspanning daalde m’n hartslag snel en ik kon redelijk lang gewenste vermogens trappen. Buiten was er echter geen peil op te trekken, omdat de belachelijke wind en de kou m’n prestaties en m’n conditionele beeld vertroebelde. Zes juni naderde gestaag, waardoor de onzekerheid over m’n gestel nagenoeg lineair meegroeide.

De derde week van april was er tevens één van <LINK> Alpe D’HuSquash. Samen met mijn teamgenoot Dion, m’n squashclubgenoot Marije en squashcentrumeigenaar Marcel hebben we een open squashtoernooi georganiseerd. Dit was in alle opzichten een doorslaand succes. Er deden ongeveer veertig deelnemers mee (wiens inschrijfgeld aan Alpe D’HuZes ten goede komt), er waren door verschillende ondernemers prachtige prijzen voor de loterij ter beschikking gesteld (waarvan de opbrengsten aan Alpe D’HuZes ten goede komen), het was een prachtige dag (wat het tussen de wedstrijden door op het terras vertoeven aangenaam maakte) en ik kon na het toernooi 4 dagen niet meer lopen (wat misschien eigenlijk minder handig was…) Hoe dan ook: ons doel (veel geld ophalen) is bereikt: aan het einde van de dag konden we een opbrengst van ruim 1200 euro melden. Vanaf deze plek nogmaals dank aan alle deelnemers en sponsoren.

En toen de laatste week van april en de eerste week van mei. Het onmogelijk geachte gebeurde: de temperaturen klommen gestaag. Ondanks de onderbrekingen van Koninginnenacht en –dag en 4 en 5 mei voldoende aangename uurtjes om lekker te trainen. En zo geschiedde. Ik heb klimtrainingen op het Kopje van Bloemendaal kunnen doen, waarbij ik meerdere keren achter elkaar op het buitenblad boven kwam. Qua kracht zit het dus aardig. Ook heb ik D2-trainingen kunnen doen waarbij ik met een relatieve lage hartslag flitspalen wist af te laten gaan en ik heb zowaar aardige afstanden kunnen draaien. Misschien nog wel belangrijker: ik heb weer iets van m’n geduld op de fiets weten terug te vinden. Waar het, mede door de barre omstandigheden, de laatste weken bijna niet lukte om lang op de fiets te zitten, ging dit met name gisteren zowaar weer eens goed. Anders dan de voorbije weken heb ik niet steeds naar gemiddelde hartslag en snelheid zitten turen, maar ben ik gewoon gaan rijden. Heerlijk door de duinen naar IJmuiden, van IJmuiden naar Bloemendaal, van Bloemendaal naar Langevelderslag, door naar Noordwijk, door naar Katwijk, richting Wassenaar en door naar Den Haag. Het gejaagde gevoel van ‘op m’n top rijden’ wist ik overboord te zetten, ik accepteerde het een keer ingehaald te worden door een andere fietser en ik heb bij Den Haag zowaar even op een terrasje een kop koffie gedronken. Grote overwinningen op mezelf, ik had namelijk de laatste maanden steeds een gevoel dat ik sneller en intensiever moest, waardoor ik eerder stuk zat en dus niet aan echt lange tochten toe kwam. Daar was nu geen sprake van, en voor het eerst sinds best een lange tijd beleefde ik fietsen weer als ontspannend.

Op de terugweg draaide de wind zowaar een keer niet mee en had ik deze dus in de rug richting huis. Mede hierdoor kon ik aardig de vaart er in houden. Binnen een mum van tijd stond ik alweer in Bloemendaal, alwaar ik nog even heb overwogen om door te steken in de richting van het kanaal, Wijk aan Zee en Bergen. De zon werd echter al wat warm en de hoeveelheid mensen die ik moest uitleggen dat de belijning in het midden van de stroken asfalt geen ‘ideale lijn’ maar een afscheiding tussen tegemoetkomende rijbanen is nam al flink toe. Omwille van eenieders fietsplezier en (vooral m’n eigen) veiligheid besloot ik maar om huiswaarts af te buigen, waar ik enige minuten later voldaan uit m’n pedalen klikte. Ik besloot toch even een blik te werpen op m’n fietscomputer, welke mij tot mijn (positieve) verbazing vertelde dat m’n gemiddelde slechts 0,4 kilometer lager lag dan m’n ‘normale’ gemiddelde. Daar heb ik me dus al die maanden door mezelf voor laten opjagen…

Het belangrijkste is dat ik, onder normale omstandigheden, behoorlijk op schema lig. Ik heb m’n trainingsgegevens van voorgaande jaren naast die van dit jaar gelegd en die bevestigen dit. Dus, als de weergoden nu uitgeëxperimenteerd zijn, de temperaturen normaal blijven en de wind iets afneemt, moet het helemaal goed gaan komen. Zes juni begint te kriebelen!